De archeologische vindplaats in plangebied Den Hartog is bijzonder rijk aan sporen en vondstmateriaal; deze dateren vooral uit de Late IJzertijd, Romeinse tijd en de Vroege Middeleeuwen. De site omvat bijna het gehele terrein met uitzondering van het noordoostelijk deel. Indien besloten wordt tot bouwwerkzaamheden wordt de archeologische vindplaats onherroepelijk vernietigd. Op het hoogste deel van de stroomrug bevinden zich de grondsporen, waaronder huisplattegronden, vlak onder de bouwvoor die slechts 30 cm dik is. Ook in het noorden van het terrein (ter hoogte van de erfgreppels) bevinden zich archeologische lagen direct onder de bouwvoor. Dit is de reden waarom wordt aanbevolen om het gehele terrein op te graven, met uitzondering van het noordoostelijk deel. In het noordoostelijk deel kan volstaan worden met het aanleggen van enkele proefsleuven.Bij een archeologische opgraving dient rekening gehouden te worden met twee opgravingsvlakken. Het eerste vlak dient in de onderkant van de bewoningslaag aangelegd te worden. Het tweede vlak dient aangelegd te worden op het niveau onder de bewoningslaag. Het hoogteverschil tussen beide vlakken zal niet groot zijn maar uit het IVO door middel van proefsleuven is gebleken dat sommige ondiepe sporen niet meer te zien zijn op het tweede vlak. Voor het aanleggen van een vlak is een graafmachine met schaafbak vereist. Er dient intensief gezocht te worden met een metaaldetector aangezien de vindplaats bijzonder veel metaalvondsten bevat. Bronbemaling is niet nodig hoewel diepe sporen zoals erfgreppels en waterputten waarschijnlijk moeilijk zijn op te graven beneden het grondwaterpeil.
Date Accepted: 2006-02
Date Submitted: 2010-04-23