Op basis van het bureauonderzoek kunnen resten verwacht van landbouwers uit de periode neolithicum tot en met de late middeleeuwen. De trefkans op archeologische resten is hoog, waarbij het kan gaan om boerenerven, maar ook om resten van begravingen. Het verkennend booronderzoek heeft aangetoond dat onder het esdek een ‘oude’ akkerlaag aanwezig is met daaronder een restant van een podzolbodem. Bij graafwerkzaamheden dieper dan 25 cm-mv, maar over het algemeen dieper dan 40 cm-mv kunnen archeologische grondsporen geroerd worden. Bij de bouw van woningen en het noodzakelijke grondwerk zal de bodem waarschijnlijk dieper geroerd worden dan 25 respectievelijk 40 cm-mv en worden archeologische waarden bedreigd. Om na te gaan of zich in het plangebied nog archeologische waarden bevinden wordt aangeraden om een archeologische vervolgonderzoek uit te voeren door middel een proefsleuven onderzoek.