Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Marknesserweg 13 te Emmeloord. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen verlenging van de kippenstal en de groensingel. De toekomstige bodemverstoring bedraagt 3300 m2 met een diepte van 0,7 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan.

Het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied intact. Vuursteenvindplaatsen bestaan voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen en ondiepe grondsporen, zoals haardkuilen. Deze werden verwacht in de top van de eventuele podzolbodem. Deze is echter afwezig, waardoor er geen resten uit deze perioden worden verwacht. Nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Echter stond het plangebied vanaf het Midden Neolithicum onder water of was het onderdeel van een veenmoeras, tot aan 1940. Gezien het feit dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor restanten van een schip of boot, lijkt de kans erg klein dat er resten uit die perioden in het plangebied aanwezig zijn. Wat nog opvalt is dat er in één boring geen veen is aangetroffen, maar een pakket klei afgezet door de Almere. Het dekzand lag hier ook een stuk dieper. Dit gedeelte van het plangebied heeft mogelijk van origine lager gelegen dan de rest (vandaar ook de diepte van het dekzand), waardoor het sneller onder water kwam te staan dan de rest van het plangebied. Echter kan ook door een stroomgeul in dat gedeelte van het plangebied het veenpakket en deels het dekzand zijn verspoeld, waarna de geul werd opgevuld door kleiige afzettingen van de Almere. Het plangebied ligt dicht tegen een bekend scheepswrak van een 14e-eeuwse Kogge aan. Op basis van het booronderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden dat het scheepswrak binnen het plangebied ligt. Gezien de aard van de verstoring in dat gedeelte van het plangebied, zouden eventuele resten ook niet in gevaar komen.

Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.