Jan Roeper (82) is boerenzoon op een boerderij vlak ten zuidwesten van Den Burg als de Opstand uitbreekt. Op de eerste dag van de opstand komen veel vluchtelingen naar de boerderij gevlucht. Jan wordt de volgende dag echter gevorderd om puin te ruimen. Het bleek echter geen puin, maar lijken van slachtoffers van de beschieting. Hij vertelt hoe de opstand zich over het eiland ontrolt en hoe georgiers ook bij hem aan de boerderij eten kwamen vragen, 's nachts op kousenvoeten. Hij vertelt veel over het dagelijks leven tijdens de oorlog en de opstand.