Archeologisch bureauonderzoek Oosterhorn, bouwrijpmaken van kavels nabij het Oosterhornkanaal (Oosterhorn zuid fase 2) te Delfzijl, gemeente Eemsdelta (GR)

DOI

Advies. De advieskaart is opgenomen in bijlage 1. De advieskaart bij onderstaand advies is opgenomen in bijlage 1. 1. De wierde van Heveskesklooster, een beschermd archeologisch monument, te ontzien en hier geen ingrepen uitvoeren (rood op bijlage 1). Voor beschermde archeologische monumenten is de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bevoegd gezag. Dringend advies is om hier ingrepen te vermijden. Mocht dit niet mogelijk zijn is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. 2. Binnen de waarden met dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 2’, de wierden en mogelijke wierden, een karterend booronderzoek uit te voeren. Hierbij wordt de omvang en opbouw van de wierde bepaald alsmede de dikte van de eventueel al verstoorde bodemlagen. Met deze gegevens kan de mate van intactheid en omvang van deze wierden worden bepaald. Dit geldt niet voor de reeds opgegraven zone binnen de wierde van Heveskesklooster. Daar is geen verder onderzoek noodzakelijk. 3. Binnen de dubbelbestemming ’Waarde - Archeologie 4‘ is in een eerder stadium al op deelgebieden een verkennend booronderzoek uitgevoerd, de groene zones op bijlage 1. Hier is wel een karterend onderzoek nodig. In deze zones hoeft geen verkennend booronderzoek uitgevoerd te worden. 4. Binnen de op bijlage 1 blauw gekleurde gebieden dient een verkennend booronderzoek uitgevoerd te worden. 5. Binnen de zone met dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 4’ is in een eerder stadium al op deelgebieden een karterend booronderzoek uitgevoerd en deze gebieden zijn vrijgegeven of er heeft al een opgraving plaatsgevonden. Hier is geen nader onderzoek meer nodig (donkergroen met zwarte arcering op bijlage 1). 6. De cultuurhistorische elementen met dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 3’ in de plannen in te passen. Dit betreffen historisch wegen. De waarde van deze wegen is gekoppeld aan de zichtbaarheid van de wegen. Bij ophoging gaat deze zichtbaarheid verloren. Waar dit niet mogelijk is de historische wegen te behouden dient een gerichte opgraving uitgevoerd te worden om deze cultuurhistorische elementen te documenteren, zoals ouderdom en fasering. 7. De cultuurhistorische elementen zonder dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 3’ in de plannen in te passen. Dit betreffen huisplaatsen en wegen die op de kadastrale minuut van 1832 staan alsmede een mogelijke viskenij. Deze vindplaatsen zijn aan het oppervlak niet meer zichtbaar. De inpassing dient gericht te zijn op het behoud van de ondergrondse archeologische waarden. Indien dit niet mogelijk is kan een op deze vindplaatsen gericht karterend booronderzoek informatie geven over de eventueel nog aanwezige historische- en archeologische waarde van deze locaties. 8. Voor de op bijlage 1 niet ingekleurde delen van de onderzoeksgebieden en de met een zwarte arcering aangegeven gebieden is het advies hier geen nader archeologisch onderzoek uit te voeren. Voor deze gebieden geldt geen dubbelbestemming archeologie (niet ingekleurde gebieden) of er heeft in het verleden al een opgraving plaatsgevonden en is al voldoende onderzocht, of heeft een karterend booronderzoek plaatsgevonden waarbij geen archeologische waarden zijn aangetoond (zwart gearceerde gebieden). Samenvatting onderzoek. Uit het bureauonderzoek blijkt dat voor het onderzoeksgebied op grond van de bodemkundige gegevens en vondsten in de omgeving, moet worden uitgegaan van een hoge archeologische verwachting. Deze hoge archeologische verwachting geldt voor de perioden steentijd en de ijzertijd-nieuwe tijd. Naast de archeologische resten zijn ook cultuurhistorische waarden aanwezig in de vorm van historische wegen. Deze hebben een dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 3’. In het westelijke deelgebied liggen twee archeologische monumenten, wierden, waarvan er één beschermd is. Daarnaast is er een terrein met dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 2’ aanwezig dat ten noorden van het beschermde archeologisch monument van Heveskesklooster ligt. Hier heeft in de jaren ’80 een opgraving plaatsgevonden (Boersma 1988). Dit reeds opgegraven gebied is volledig onderzocht. Verder onderzoek is niet noodzakelijk. Het betreft het grootste deel van deze zone met ‘Waarde - Archeologie 2’, maar niet het hele gebied. Binnen het nog niet onderzochte deel is wel een karterend booronderzoek noodzakelijk indien hier ingrepen plaatsvinden. In het oostelijke deelgebied ligt één wierde die is aangemerkt als archeologisch monument van hoge waarde en twee kleinere wierden die een dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 2’ hebben. Deze twee kleinere wierden zijn bepaald op basis van de bodemkaart en/of de kaart van Clingeborg (Van Beek & Jans 2017). Of het daadwerkelijk wierden betreft is niet geheel zeker. Dit moet blijken uit nader onderzoek. In het oostelijke deelgebied zijn historische wegen aanwezig met een cultuurhistorische waarde. Deze hebben een dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 3’. Voor een groot deel van het onderzoeksgebied geldt een dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 4’. Deze zone valt samen en het gebied waar, volgens de beleidskaart archeologie van de voormalige gemeente Delfzijl, dekzand binnen 3 m-mv wordt verwacht. Voor een deel van de onderzoeksgebieden is geen dubbelbestemming archeologie van kracht en hoeft geen onderzoek te worden uitgevoerd. De ingrepen uit de jaren ’70-’80 hebben voor verstoringen gezorgd. Zo zijn maren gedempt en historische wegen verdwenen. Ook is in het oostelijke onderzoeksgebied, bebouwing uit de nieuwe tijd, die langs de wegen stond, niet meer aanwezig. Deze veranderingen kunnen geleid hebben tot verstoring van het archeologisch bodemarchief. Door middel van archeologisch onderzoek kan uitsluitsel gegeven worden of en in hoeverre eventuele archeologische resten zijn verstoord. Binnen het onderzoeksgebied heeft al eerder archeologisch onderzoek plaatsgevonden voor de bouw van windmolens. Ook is er een oost-west tracé afgeboord en zijn er verspreid door de onderzoeksgebieden boringen gezet. Ten noorden van het beschermde archeologische monument heeft in de jaren ’80 een opgraving plaatsgevonden. Binnen de gebieden voor de windmolens en het tracé hoeft geen verkennend booronderzoek meer uitgevoerd te worden. Men is voornemens het onderzoeksgebied op te hogen. Conform de dubbelbestemmingen in het bestemmingsplan is het ophogen van de gebieden met dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 3 en 4’ niet toegestaan. Ophoging van het terrein zal de nog zichtbare cultuurhistorische elementen aan het oog onttrekken. Daarnaast draagt ophoging bij aan behoud ‘in situ’ van archeologische waarden. Daarentegen zorgt de ophoging voor zetting in de klei- en veenlagen waardoor archeologische resten die zich daarin bevinden worden aangetast. De mate van deze zetting is onder andere afhankelijk van de diepte van het dekzand en de aan of afwezigheid van veenlagen op het dekzand. De toekomstige bebouwing maakt de (mogelijke) archeologische resten onbereikbaar en eventuele toepassing van heipalen zorgt voor aantasting van het archeologisch erfgoed op de plaats van de heipaal. In het ‘Behoudsplan Archeologie’ wordt gestreefd naar behoud ‘in situ’ door ophoging en heien onder voorwaarden. Omdat de archeologische lagen niet meer bereikbaar zijn na bebouwing is het uitgangspunt om geen ingrepen plaats te laten vinden ter plaatse van reeds bekende vindplaatsen. Voor de categorie ‘Waarde - Archeologie 1’ (beschermde archeologische monumenten), ‘Waarde - Archeologie 3’ (historische wegen) en ‘Waarde - Archeologie 2’ wierden is reeds een vindplaats bekend. Voor de gebieden met ‘Waarde - Archeologie 4’ moet nader onderzoek uitwijzen of vindplaatsen aanwezig zijn. Mocht het niet mogelijk zijn om ingrepen te vermijden dan is ophogen en heien onder voorwaarden het gunstigste alternatief voor behoud van archeologische waarden. Het bevoegd gezag, gemeente Eemsdelta, besluit hoe verder wordt omgegaan met het archeologisch erfgoed op basis van het bovenstaande advies.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/D1ESFN
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/D1ESFN
Provenance
Creator Krol, T.N.; Roller, G.J. de
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Krol, T.N.
Publication Year 2023
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Krol, T.N. (MUG Ingenieursbureau)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf
Size 4281557
Version 1.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Leek