In opdracht van de provincie Limburg heeft VUhbs Archeologie een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd in het plangebied Tracé Buitenring Parkstad Limburg. In voorgaande paragraaf zijn de afzonderlijke vindplaatsen gewaardeerd. Hierbij is geconcludeerd dat alle vindplaatsen niet behoudenswaardig zijn. Voor de locaties 22, 23, 24, 31, 42, 91, 199 en 203 is het advies van VUhbs om deze vrij te geven voor ontwikkeling. Locatie 91 zal beplant worden in het kader van natuurcompensatie. Hiervoor diende reeds vrij snel na het onderzoek duidelijkheid omtrent al dan niet behoudenswaardige archeologische vindplaatsen gegeven te worden. Eind december 2012 is een kaart opgesteld waarin aangegeven is welke delen wel en welke niet beplant konden worden. Al tijdens het veldwerk kon gesteld worden dat in het westelijke deel geen vindplaatsen aanwezig waren. Voor wat betreft het oostelijke deel - met de vindplaatsen 4 en 6 - kan na analyse eveneens gesteld worden dat er geen behoudenswaardige vindplaatsen aanwezig zijn.