In opdracht van Buro Vijn, vertegenwoordigd door de heer T. de Jong, is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd in plangebied De Takomst te Sint Nicolaasga. De aanleiding voor het onderzoek is de geplande ontwikkeling tot woonlocatie. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied aan de hand van beschikbare archeologische plus bodemkundige en historisch-geografische informatie. Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Het doel van het inventariserend veldonderzoek is in de eerste plaats het lokaliseren van eventuele archeologische indicatoren, zoals artefacten, houtskool of afvallagen. In de tweede plaats heeft het veldonderzoek tot doel om de gaafheid van het bodemprofiel vast te stellen om de kans op eventuele onverstoorde archeologische grondsporen te bepalen.Plangebied De Takomst te Sint Nicolaasga ligt buiten de historische kern van het dorp. Er zijn geen vondstmeldingen bekend uit het plangebied zelf en in de nabije omgeving is alleen een scherf laat-middeleeuws aardewerk gemeld. De bodem is niet meer gaaf. Het terrein bevat een dikke verstoorde laag, over het algemeen gevolgd door geel zand. In drie boringen werd een verstoorde BC- horizont waargenomen. Er zijn tijdens het veldwerk geen archeologische indicatoren ontdekt. Aan het oppervlak zijn ook geen vondsten gedaan. Voorafgaand aan het veldwerk is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. De resultaten van het veldwerk voldoen hier grotendeels aan. De bodem is sterk verstoord, hetgeen verwacht werd vanwege de voormalige fabriek. Er zijn geen middeleeuwse vondsten gedaan. Ook steentijd-indicatoren zijn niet waargenomen. Advies Op basis van de bovenstaande resultaten concluderen wij dat de kans op archeologische grondsporen in plangebied De Takomst zeer klein is. Er zijn geen aanwijzingen voor pre- of protohistorische bewoning of andere activiteiten aangetroffen en de bodem is sterk verstoord. Beschermende en/of beperkende maatregelen zijn dan ook niet wetenschappelijk te verdedigen. Archeologisch vervolgonderzoek is niet noodzakelijk. Wij wijzen er op dat indien er bij de uitvoering onverhoopt archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, hiervan direct melding dient te worden gedaan bij de gemeente Skarsterlân.