JAN SCHEFFERS Jan stond op het punt om naar zijn werk als kleermaker te lopen toen hij naar huis terug werd gestuurd door Duitse soldaten. Een kwartier later werden de oproepformulieren in de bus gegooid. Soldaten kwamen het huis binnen en namen Jan mee, na zijn Ausweis bekeken te hebben.Via het Feijenoordstadion en Amsterdam is Jan per schip naar Kampen gebracht. Per trein ging de reis verder met onbekende bestemming. Als de trein vaart minderde, begonnen Duitse soldaten met een machinegeweer langs te trein te schieten om ontsnappingen te voorkomen.Aangekomen in Münster mochten ze in een schuilkelder schuilen tijdens een bombardement. Toen het bombardement over was en ze er uit kwamen, bleek het station van Münster volkomen platgegooid te zijn. Ook de stad was getroffen en brandde door fosforbommen. Er was geen bewaking meer te bekennen en samen met een man uit Rotterdam is Jan gaan lopen. Na geholpen te zijn door een vriendelijke boerin van wie twee zonen waren omgekomen, is Jan zich gaan melden in Ochtrup, met een verzonnen verhaal. Hij vertelde dat hij maar vijftien jaar oud zou zijn. De papieren die hij kreeg, werden echter niet geaccepteerd aan de grens en Jan moest terug.In Ochtrup werd Jan van november 1944 tot april 1945 aan het werk gezet in de loopgraven. In de verte hoorde hij het oorlogsgeweld van de naderende Amerikanen. Het eten was schaars, want dat moest uit het steeds opnieuw gebombardeerde Münster komen. Jan ontsnapte maar net aan de dood toen een granaat in een put sloeg waar hij zojuist in gestaan had. Op weg naar het werk werd de groep verder regelmatig aangevallen door jachtvliegtuigen.Op een dag in april werden ze bevrijd door de Amerikanen, en er werd gecontroleerd of er geen nazi-gezinde mannen in hun groep zaten. Er was een organisatie opgezet om alle terugkerende mannen te ontluizen en ontsmetten. Jan heeft moeten wachten tot mei voordat hij richting huis kon gaan. In die periode heeft hij moeten werken bij een boer. Jan zijn moeder dacht dat er wat met Jan gebeurd was, omdat een gevluchte man het koffertje van Jan thuis had afgegeven terwijl Jan nog in Duitsland zat. Na de oorlog heeft Jan zijn vak als kleermaker weer opgepakt.
SAMENVATTING ONDERWERP. Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daarop volgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden.De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits Nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".
JAN SCHEFFERS Jan was about to walk to his work as a tailor when he was sent back home by German soldiers. Fifteen minutes later, the call-up forms were thrown into the mailbox. Soldiers entered the house and took Jan away, after having looked at his Ausweis.Jan was taken to Kampen by ship via the Feijenoord stadium and Amsterdam. The journey continued by train to an unknown destination. When the train slowed down, German soldiers started shooting along the train with a machine gun to prevent escapes.When they arrived in Münster, they were allowed to take shelter in a bomb shelter during a bombardment. When the bombardment was over and they emerged, it turned out that the station in Münster had been completely destroyed. The city had also been hit and was burning with phosphorus bombs. There was no longer any guards to be seen and Jan started walking together with a man from Rotterdam. After being helped by a friendly farmer whose two sons had died, Jan went to report to Ochtrup, with a made-up story. He said he was only fifteen years old. However, the papers he received were not accepted at the border and Jan had to go back.In Ochtrup, Jan was put to work in the trenches from November 1944 to April 1945. In the distance he could hear the war noise of the approaching Americans. Food was scarce, because it had to come from the constantly bombed Münster. Jan narrowly escaped death when a grenade hit a pit he had just been standing in. On the way to work, the group was regularly attacked by fighter planes.One day in April, they were liberated by the Americans, and a check was made to ensure that there were no Nazi-minded men in their group. An organization had been set up to delous and disinfect all returning men. Jan had to wait until May before he could go home. During that period he had to work for a farmer. Jan's mother thought that something had happened to Jan, because a refugee had left Jan's suitcase at home while Jan was still in Germany. After the war, Jan picked up his trade as a tailor again.
SUMMARY OF THE SUBJECT. On the evening of 9 November 1944, a cordon was placed around Rotterdam and Schiedam by the German army. All important bridges and strategic points were closed off, trams were no longer running and telephone traffic was blocked. On the following two days, more than 52,000 Rotterdammers and Schiedammers between the ages of seventeen and forty were arrested and taken to Germany to perform forced labour there, often in appalling conditions.
The Rotterdam Raid was one of the largest manhunts that the German National Socialist regime ever conducted. The resistance newspaper Vrij Nederland reacted with shock, writing on 14 December 1944: ‘Fifty thousand Dutch men let themselves be led away like sheep and just as many women watch as their husbands and sons are led defenceless to Hitler’s slaughterhouse’.
The project Journey of the Razzia is based on filmed testimonies of men who experienced the raid and the subsequent journey, to fill a gap in the historiography and to provide insight into the events based on the theme "Maneuverability of an individual in a society under pressure”.
JAN SCHEFFERS Jan wollte gerade zu seiner Arbeit als Schneider gehen, als er von deutschen Soldaten nach Hause geschickt wurde. Eine Viertelstunde später wurden die Einberufungsformulare in den Briefkasten geworfen. Soldaten betraten das Haus und nahmen Jan mit, nachdem sie seinen Ausweis gesehen hatten.Jan wurde mit dem Schiff über das Feyenoord-Stadion und Amsterdam nach Kampen gebracht. Die Weiterreise erfolgte per Bahn mit unbekanntem Ziel. Als der Zug langsamer wurde, begannen deutsche Soldaten mit einem Maschinengewehr auf den Zug zu schießen, um Fluchtversuche zu verhindern.Als sie in Münster ankamen, durften sie während eines Bombenangriffs in einem Luftschutzbunker Schutz suchen. Als die Bombenangriffe vorbei waren und sie auftauchten, war der Bahnhof Münster völlig zerstört. Die Stadt wurde auch von Phosphorbomben getroffen und niedergebrannt. Von den Sicherheitskräften war nichts mehr zu sehen und Jan machte sich mit einem Mann aus Rotterdam auf den Weg. Nachdem ihm ein freundlicher Bauer geholfen hatte, dessen zwei Söhne gestorben waren, fuhr Jan mit einer erfundenen Geschichte nach Ochtrup, um sich zu melden. Er sagte, er würde erst fünfzehn Jahre alt werden. Die erhaltenen Papiere wurden an der Grenze jedoch nicht akzeptiert und Jan musste zurückkehren.In Ochtrup wurde Jan von November 1944 bis April 1945 zur Arbeit in den Schützengräben eingesetzt. In der Ferne hörte er den Kriegslärm der näher kommenden Amerikaner. Lebensmittel waren knapp, da sie aus Münster kommen mussten, das immer wieder bombardiert wurde. Jan entkam nur knapp dem Tod, als eine Granate eine Grube traf, in der er gerade gestanden hatte. Auf dem Weg zur Arbeit wurde die Gruppe regelmäßig von Kampfflugzeugen angegriffen.Eines Tages im April wurden sie von den Amerikanern befreit und es wurde überprüft, ob sich in ihrer Gruppe keine Männer mit Nazi-Gesinnung befanden. Es wurde eine Organisation eingerichtet, die alle zurückkehrenden Männer entlauschte und desinfizierte. Jan musste bis Mai warten, bevor er nach Hause gehen konnte. Während dieser Zeit musste er bei einem Bauern arbeiten. Jans Mutter dachte, dass Jan etwas passiert sei, weil ein Flüchtling Jans Koffer zu Hause vergessen hatte, während Jan noch in Deutschland war. Nach dem Krieg nahm Jan seine Tätigkeit als Schneider wieder auf.
ZUSAMMENFASSUNG THEMA. Am Abend des 9. November 1944 errichtete die deutsche Armee eine Sperre um Rotterdam und Schiedam. Alle wichtigen Brücken und strategischen Punkte wurden abgesperrt, Straßenbahnen fuhren nicht mehr und der Telefonverkehr war unterbrochen. An den beiden folgenden Tagen wurden über 52.000 Einwohner Rotterdams und Schiedams im Alter zwischen 17 und 40 Jahren festgenommen und nach Deutschland verschleppt, um dort unter oft entsetzlichen Bedingungen Zwangsarbeit zu verrichten.
Die Razzia in Rotterdam war eine der größten Menschenjagden, die das nationalsozialistische Regime in Deutschland jemals durchgeführt hat. Die Widerstandszeitung Vrij Nederland reagierte schockiert und schrieb am 14. Dezember 1944: „Fünfzigtausend Niederländer ließen sich wie Schafe abführen und ebenso viele Frauen mussten zusehen, wie ihre Männer und Söhne wehrlos zu Hitlers Schlachthaus geführt wurden.“. Das Projekt „Journey of the Razzia“ basiert auf gefilmten Zeugenaussagen von Männern, die die Razzia und die anschließende Reise miterlebt haben, um eine Lücke in der Geschichtsschreibung zu schließen und unter dem Thema „Der Handlungsspielraum eines Individuums in einer Gesellschaft unter Druck“ Einblicke in die Ereignisse zu geben.
Op de avond van 9 november 1944 werd er een cordon rond Rotterdam en Schiedam gelegd door het Duitse leger. Alle belangrijke bruggen en strategische punten waren afgezet, trams reden niet meer en het telefoonverkeer was geblokkeerd. Op de twee daaropvolgende dagen werden ruim 52.000 Rotterdammers en Schiedammers tussen de zeventien en veertig jaar oud opgepakt en afgevoerd richting Duitsland om daar dwangarbeid te verrichten in veelal beroerde omstandigheden. De Razzia van Rotterdam is een van de grootste klopjachten die het Duits nationaalsocialistische regime heeft gehouden. Het verzetsblad Vrij Nederland reageerde dan ook geschokt, het schreef op 14 december 1944: ‘Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid’.Het project Reis van de Razzia is gebaseerd op gefilmde getuigenissen van mannen die de razzia en de daaropvolgende reis hebben meegemaakt, om een hiaat in de geschiedschrijving te vullen en om inzicht te geven in de gebeurtenissen aan de hand van het thema "Handelingsruimte van een individu in een samenleving onder druk".De getuigenissen in Reis van de Razzia zijn gedaan door mannen die nu gemiddeld 87 jaar oud zijn en indertijd, eind 1944, tussen de 17 en 21 jaar oud waren. In de getuigenissen van deze jongens valt te horen wat hun overkomen is tijdens de oorlogsjaren en wat hun handelingsruimte was ten tijde van de razzia. Maar ook hoe de ervaring van de reis van de razzia, naar Duitsland en Oost-Nederland, hun verzelfstandiging in de hand heeft gewerkt.Na de bevrijding pakten de jongens de draad weer op, in een groot aantal gevallen nog onderbroken door de politionele acties in Indonesië. Maar uiteindelijk kregen ze een eigen leven, een eigen gezin, in een Nederland dat volop in het teken stond van de wederopbouw.Het project bestaat uit 76 interviews. Ieder interview is beschikbaar als afzonderlijke dataset met een eigen Persistent Identifier. Iedere dataset is als volgt opgebouwd: Bestand .docx-bestand is de transcriptie in Word. Bestand _3, indien aanwezig, bevat een beschrijving van de route die geïnterviewde heeft afgelegd.* Soms heeft de geïnterviewde aanvullende informatie, zoals foto's of een (eerder geschreven) verslag, beschikbaar gesteld. Deze informatie is dan opgenomen als _data en/of _fotobestand in de desbetreffende dataset. De inhoud wordt beschreven in het opmerkingenveld van de dataset.