Econsultancy heeft in opdracht van Rho adviseurs voor Leefruimte op 13 en 14 juli 2015 een archeologisch bureauonderzoek en op 16 juli 2015 een inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) door middel van boringen uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanwijziging. Op dit agrarisch perceel zal een ruimte-voor-ruimte woning gerealiseerd worden. Het plangebied is gelegen nabij Straten 17 te Oirschot in de gemeente Oirschot.Volgens de erfgoedkaart van de Kempen ligt het plangebied binnen een gebied met een hoge archeologische verwachting. Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening bij bodemingrepen dieper dan 0,3 m of 0,5 m bij esdek en groter dan 500 m², vroegtijdig een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de archeologische verwachtingswaarde is binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (2007), voortvloei-end uit het Verdrag van Malta (1992), is men verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 5).Doel van het bureauonderzoek is een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied op te stellen. Dit wordt uitgevoerd door middel van het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende en verwachte archeologische waar-den.Het inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen door middel van boringen. Het veldonderzoek is erop gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens zullen, indien mogelijk, kansrijke en kans-arme zones worden geïdentificeerd.Met de resultaten van het archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of vervolg-onderzoek dan wel planaanpassing noodzakelijk is.Gespecificeerde archeologische verwachtingDe kans op het voorkomen van archeologische resten is laag voor de periodes Laat-Paleolithicum en Mesolithicum, hoog voor het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd.Resultaten inventariserend veldonderzoekDe bodem is in het hele plangebied opgehoogd met een 30 tot 60 cm dikke ophogingslaag. Onder deze laag bevindt zich het oorspronkelijke bodemprofiel bestaande uit een AC-horizont, dat in het verleden mogelijk is afgetopt. De bodem in het plangebied bestaat uit matig fijn, matig siltig dekzand. De donker grijs bruine A-horizont gaat met een beige grijs gevlekte cultuurlaag over in de C-horizont bestaande uit fijn, matig siltig grijs zand. De top van de C-horizont is licht verstoord door een dunne (5-10cm) cultuurlaag.ConclusieOnder deze laag kunnen zich nog archeologische resten in situ bevinden. De gespecificeerde archeologische verwachting, zoals deze in het bureauonderzoek is vastgesteld, blijft gehandhaafd.SelectieadviesOp grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek adviseert Econsultancy om het plan-gebied nader te onderzoeken door middel van een IVO karterende en waarderende fase, proefsleuven (IVO-P).Bovenstaand betreft een selectieadvies, opgesteld door Econsultancy. Het selectieadvies dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het bevoegd gezag (gemeente Oirschot). Na beoordeling wordt door het bevoegd gezag een selectiebesluit genomen.