Op 9 en 10 mei 2012 is in opdracht van Bouwbedrijf van Montfort een archeologische begeleiding conform protocol opgraven uitgevoerd in het plangebied Dijk 20-26 te Eersel. Het plangebied ligt inde bebouwde kom van Eersel en de zuidwestzijde was tot voor kort bebouwd met twee geschakelde woonblokken (huisnummers 20 en 22). Deze woningen waren bij aanvang van het archeologisch onderzoek gesloopt ten behoeve van nieuwbouw. Aanvankelijk ging men erven uit dat de oude huizen geen kelders hadden, maar tijdens de sloop is duidelijk geworden dat de woningen geheel onderkelderd waren. Op het achtererf van de gesloopte bebouwing worden in de toekomst vier woningen gebouwd. Huisnummers 24 en 26, aan de zuidoost zijde van het plangebied, hebben een monument-statussen worden gerenoveerd maar op het achtererf is wel nieuwbouw gepland.Uiteindelijk zijn twee bouwputten met een oppervlak van 530 m² onderzocht. Uit een bureauonderzoek is naar voren gekomen dat voor het plangebied een hoge archeologische verwachting geld.1Dit heeft geleid tot de aanbeveling van SRE milieudienst om een vervolgonderzoek te laten uit voeren in de vorm van proefsleuven of een archeologische begeleiding. De gemeente Eersel heeft op grond van het bureauonderzoek en het advies van SRE milieudienst het besluit genomen om een archeologische begeleiding conform het protocol opgraven te laten uitvoeren. Vanwege de herinrichting en bebouwing van de locatie Dijk 20-26 is op 9 en 10 mei 2012 een archeologische begeleiding conform het protocol opgraven uitgevoerd. In principe was het voornemen om de aanleg van drie bouwputten te begeleiden. Het kavel aan de straatkant (Dijk 20-22) bleek echter onderkelderd geweest te zijn en bij de sloop is vast komen te staan dat de verstoring tot onder het archeologische niveau reikt. Het uitgraven van dit perceel is daarom niet archeologisch begeleid. In totaal zijn twee werkputten aangelegd met een gezamenlijk oppervlak van 380 m2. De bodemopbouw van het plangebied is grotendeels intact; met name aan de noordkant van werkput 1 zijn diepe verstoringen van recente bebouwing gezien. Tijdens het onderzoek zijn geen archeologische vindplaatsen aangetroffen. De sporen beperken zich tot enkele recente paalkuilen, zgn. moesbedden en kuilen die als sporen van landgebruik uit de Nieuwe Tijd geïnterpreteerd zijn. Het vondstmateriaal beperkt zich tot enkele scherven aardewerk en fragmenten baksteen. De meeste vondsten zijn tijdens de aanleg van de vlakken gedaan.