Aanleiding tot het uitvoeren van het archeologisch onderzoek zijn woningbouwplannen van de gemeente Borger-Odoorn in de dorpskern van het dorp Drouwenermond. Dit is conform het Verdrag vanMalta, waarin gesteld wordt dat voorafgaand aan de potentiele vernietiging van het bodemarchief de archeologische waarde van het plangebied vastgesteld dient te worden. Ook in het Provinciaal Omgevingsplan (POP) II van Drenthe is de bescherming van archeologische waarden wettelijk vastgelegd.Het onderzoek is in opdracht van de gemeente Borger-Odoorn uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) te Groningen. Het onderzoek is opgebouwd uit een bureau-onderzoek, uitgevoerd op 22 december 2005 en een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO), uitgevoerd op 6 januari 2006.Conclusie en aanbeveling:Op basis van bureau-onderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel voor het onderzoeksgebied opgesteld. Door middel van het karterend booronderzoek zijn de resultaten van het bureau-onderzoek geverifieerd en aangevuld met veldwaarnemingen. Aan de hand van de verkregen resultaten is vastgesteld of er archeologische resten in het plangebied aanwezig kunnen zijn, wat de potenti¨ele aard en omvang hiervan is en of de voorgenomen werkzaamheden een bedreiging vormen voor het (mogelijke) bodemarchief.Vastgesteld is dat in het terrein resten van een goed ontwikkeld podzolprofiel in het zand aanwezig is. De ontwikkeling van deze podzolbodem wijst op een langdurig proces waarin geen of weinig verstoring heeft plaatsgevonden. Het is daarom goed mogelijk dat zich op de plaatsen waar dit profiel intact is archeologische waardes uit het Paleolithicum of Mesolithicum bevinden.Opgemerkt kan ook nog worden dat dit onderzoek illustreert dat de pleistocene bodem in de veenontginningsgebieden nog zeer goed intact kunnen zijn. Over het algemeen is de archeologische verwachting voor deze gebieden middelhoog tot laag, zoals o.a. is geconstateerd bij het inventariserend veldonderzoek oostelijk van het terrein bij Buinen (Essink & De Roller 2003). Het voorliggende onderzoek illustreert de noodzaak bij elk terrein deze aanname opnieuw te controleren. Aangezien de verwachting hoog is, dat zich op het terrein archeologische waarden uit de vroege prehistorie kunnen bevinden, wordt aanbevolen tot verder onderzoek.
Date: 06-01-2005 (aanvang onderzoek)
Date: 2005