In 2003 tot en met 2006 heeft inventariserend archeologisch veldonderzoek (IVO-proefsleuven) plaatsgevonden op zes verschillende locaties, respectievelijk Johan Wagenaarkade (JWK), Weg naar Rhijnauwen (WNR), Rotsoord (ROT), Eykmanlaan (EIJL), Groeneweg (GWG) en de Kanonstraat (KNS) in Utrecht. Doel van de onderzoeken was na te gaan of er archeologische resten aanwezig waren, en indien aanwezig, de aard,omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit van deze resten vast te stellen. Ook diende de fysisch-geografische gesteldheid van de betreffende onderzoeksterreinen te worden onderzocht. Alle onderzoeksterreinen bevinden zich in de bestaandestad, waarvan vier op onbebouwd terrein zoals een groenstrook, grasveld of een parkeerterrein. Twee onderzoeksterreinen waren (voorheen) bebouwd. Het proefsleuvenonderzoek ROT vond plaats op het voormaligefabrieksterrein Vicona, waar ooit het buitenhuis Rotsoord heeft gestaan. Het proefsleuvenonderzoek KNS werd na de sloop van woonhuizen, voorafgaand aan de nieuwbouw uitgevoerd. Per onderzoekslocatie zijn minstens twee proefsleuven aangelegd waarbij in iedere sleuf minstens één profiel is gezet. Wanneer mogelijk is minstens één vlak aangelegden zijn de sporen gecoupeerd vanaf het vlak dat zij herkend werden. In een aantal gevallen kon er geen leesbaar vlak worden aangelegd, zoals bij het proefsleuvenonderzoek aan de Groeneweg, waar het rivierzand werdaangesneden en het grootste deel van de sleuven al snel vol met water kwam te staan. Bij de aanleg van de sleuven zijn de vondsten handmatig verzameld. De vlakken en profielen zijn getekend (1:50) en gefotografeerd.Het fysisch-geografisch onderzoek heeft zich gericht op het beschrijven van de profielen (lithologie en sedimentologie). Aan de hand van deze beschrijvingen zijn de profielen geïnterpreteerd. Hierdoor ontstond een beeld van de opbouw van de ondergrond, de ontstaansgeschiedenisvan de ondergrond en de landschappelijke context van de vindplaats.Geen van de proefsleufonderzoeken, met uitzondering van de Weg naar Rhijnauwen (WNR), heeft archeologische resten opgeleverd. Bij het proefsleuvenonderzoek WNR werden de oude Vossegatsedijk en de voormalige loop van de Kromme Rijn in kaart gebracht. Alle proefsleufonderzoeken hebben echter wel fysisch geografischeresultaten opgeleverd, die met name bijdragen aan de kennis over de ontwikkeling van de Rijnloop.
Basisrapportage Archeologie 56
Issued: 2013-04-01