In opdracht van VB&T Projectmanagement heeft RAAP in augustus en september 2020 een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Nieuwe Hoeven te Schaijk (gemeente Landerd). In het plangebied is de sloop van de bestaande en verouderde zorglocatie en vervanging door een nieuwe zorglocatie gepland. Een deel van de nieuwbouw zal op de locatie komen te liggen van de oude bebouwing. Circa 0,7 ha van de nieuwbouw komt buiten de contouren te liggen van het huidige verzorgingstehuis. Momenteel is nog niet bekend tot hoe diep de grondroerende werkzaamheden gaan reiken, maar verwacht wordt dat deze tot circa 50 cm -mv zullen plaatsvinden. Het onderzoek vond plaats in het kader van een nieuw bestemmingsplan.BureauonderzoekHet plangebied bevindt zich op de Peelhorst. In dit gebied komen rivierzanden en grinden voor (Formatie van Beegden) met hierop mogelijk een zanddek (Formatie van Boxtel; Laagpakket van Wierden). De horst, met de rivierzanden en grinden, is ontstaan tot het Laat-Pleistoceen. In het noordelijk deel van het plangebied komen holtpodzolgronden voor en in het zuidelijk deel leemarme en zwak lemige laarpodzolgronden. Hoewel in de omgeving van het plangebied verschillende archeologische onderzoeken hebben plaatsgevonden, zijn nog geen archeologische resten in het plangebied zelf aangetroffen of binnen een straal van 500 meter rondom het plangebied.Uit historische kaarten blijkt dat het plangebied in 1811-1832 onderdeel van een heide- en vengebied was. Het terrein werd geëxploiteerd voor hakhout, bouwland en er bevond zich een erf. Dit erf zelf staat niet op de kadastrale kaart aangegeven, dus mogelijk gaat het om een zeer kleine en/of tijdelijke constructie, bijvoorbeeld een (plaggen)hut. Daarnaast liep er een weg dwars door het plangebied. In 1899 werd het zuidelijk deel omgezet tot bouwland. In 1955 werd het zuidelijk deel van het plangebied omgezet tot landbouwgrond en het noordelijk deel als bosgebied. In 1969 werd het huidig verzorgingstehuis gebouwd, inclusief een aantal bijgebouwen.VeldonderzoekIn een groot deel van het plangebied zijn holtpodzolgronden aangetroffen die, door degradatie, zijn omgevormd tot veldpodzolgronden. Verder is in een aantal boringen een humeus dek van meer dan 30 cm dik aangetroffen, die wijzen op laarpodzolgronden. Daarnaast is in boring 28 een mogelijk ven aangetroffen. Rondom het verzorgingstehuis zijn in meerdere boringen diep verstoord. Er zijn verder geen archeologische indicatoren aangetroffen.Gespecificeerde archeologische verwachtingOp basis van beide onderzoeken kan een gespecificeerde archeologische verwachting worden opgesteld:- een lage verwachting paleolithische en mesolithische kampementen;- een hoge verwachting voor nederzettingsresten en resten van randactiviteiten uit het neolithicum tot en met de late middeleeuwen;- een middelhoge verwachting voor resten van randactiviteiten, specifiek een weg uit de nieuwe tijd.Alle archeologische resten komen voor vanaf het onverstoorde niveau. Gemiddeld ligt dit op 20 à 50 cm –mv, maar dit kan zich ook al op 10 cm –mv bevinden.AdviesGeadviseerd wordt om de nieuwbouwplannen zoveel mogelijk te plaatsen op de locatie van de huidige bebouwing. In deze zones worden namelijk geen onverstoorde archeologische resten meer verwacht. Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt geadviseerd om de zone waar de nieuwbouw komt archeologisch te laten onderzoeken door middel van een proefsleuvenonderzoek. Voorafgaand aan dit onderzoek dient er een Programma van Eisen (PvE) op te worden gesteld, waarin de eisen van het onderzoek zijn geformuleerd. Dit PvE moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag.Voor de zones waar geen archeologie meer verwacht wordt , wordt geadviseerd om de dubbelverwachting archeologie in het bestemmingsplan te schrappen. Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Landerd, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.
Date: 2020-09-01