Geïnterviewde no. 24 is geboren op Cerang op de Molukken. Zijn vader is onderwijzer en zendingspredikant. Zijn vader wordt in de Tweede Wereldoorlog gevangen genomen en door de Japanners ter dood veroordeeld, maar weet te ontsnappen. Na de oorlog blijkt dat zijn ouders in de oorlog een onderduiker onderdak hebben verleend.In 1949 vertrekt hij met zijn familie naar Nieuw Guinea. Drie maanden na aankomst in Merauke overlijdt zijn moeder. Hij gaat bij kennissen van zijn ouders in Merauke wonen en gaat daar naar de lagere school. Hij gaat werken bij het meteorologisch instituut als weerwaarnemer en volgt daar een cursus voor. Hij gaat werken in Sorong, Biak, Manokwari en Tanah Merah en Wamena.Hij vertelt over de koloniale kant van het onderwijs en het werk, over de Papuaisering en over de Indonesische infiltraties. Als gouvernementsambtenaar krijgt hij de keuze om na de overname door Indonesië op eigen risico te blijven of te vertrekken in Nieuw Guinea.In 1962 vertrekt hij naar Nederland. Daar aangekomen blijkt dat hij te weinig opleiding heeft om als weerwaarnemer te werken en alleen aangenomen wordt voor ongeschoold werk. Hij volgt de avond-MULO en gaat uiteindelijk bij Defensie werken.De geïnterviewde maakt deel uit van de ervaringsgemeenschap van ooggetuigen van migratiegeschiedenis van Nieuw Guinea naar Nederland.
Date Submitted: 2010-01-12
In 1942 werd Nederlands-Indië, en daarmee ook Nieuw-Guinea, door Japan bezet. Toch slaagde de Japanners er niet in om geheel Nieuw-Guinea te veroveren. Nederlandse guerrillastrijders bleven strijd voeren en zouden zich voor een deel ook nooit overgeven. De bevolking van Nieuw-Guinea werd hierdoor geconfronteerd met bezetting en geweld, maar ook met een steeds sterker wordend Indonesisch nationalisme.Na de capitulatie van Japan riep Soekarno de Republik Indonesia uit, die het gehele voormalig Nederlands-Indië moest omvatten. Nederland weigerde echter Nieuw-Guinea op te geven. Tot 1962 bleef dit gebied onderdeel uitmaken van het Koninkrijk. De dreiging van een Indonesische aanval, gecombineerd met forse diplomatieke druk vanuit de Verenigde Staten en de Verenigde Naties, zorgde er uiteindelijk voor dat Nederland zijn laatste koloniale ambities terzijde moest schuiven.Stichting PACE heeft deze geschiedenis belicht door in dit project persoonlijke verhalen vast te leggen van 25 Papua's en anderen die in de periode 1940-1963 in Nieuw-Guinea verbleven. Zij vertellen over hun vroege jeugdherinneringen en de ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar ook verhalen zij over hoe het, vaak gedwongen, vertrek naar Nederland hebben ervaren en hoe dit hun verdere leven heeft beïnvloed.Papua's kennen een traditie van het mondeling overdragen van verhalen. De interviews die nu zijn vastgelegd, passen heel goed in deze traditie. Ze bieden bovendien een unieke inkijk in de gevolgen van grootschalig geweld binnen een geïsoleerde samenleving die op die manier hardhandig werd betrokken bij de wereldgeschiedenis.