De aanleiding van dit onderzoek is het Intergemeentelijk Structuurplan voor ‘Buinerhorn’ en het daaraan gekoppelde voorontwerp-bestemmingsplan. In het kader van het voorontwerp-bestemmingsplan willen de gemeenten onderzoek laten uitvoeren naar de in het gebied voorkomende archeologische waarden conform de nationale wetgeving en het Verdrag van Malta.De gemeente Borger-Odoorn heeft daarom Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht gegeven het archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) uit te voeren. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van maandag 17 tot en met woensdag 31 maart 2003 door drs. ing. G.J. de Roller, mw. drs. M. Essink en dhr. M. Boltje.Conclusie en aanbeveling:Aangezien in het onderzoeksterrein de bodem verstoord is, kan geconcludeerd worden dat de kans om archeologische sporen en/of vondsten in ongestoorde context aan te treffen, minimaal is. De oorzaak hiervoor zijn bodemverstorende werkzaamheden die plaats hebben gevonden in het verleden, waaronder verveningswerkzaamheden en diepploegen of mengwoelen. Dit wordt bevestigd door enkele grondeigenaren.Een doel van het onderzoek was het opsporen van (intacte) zandkopjes in de dekzandondergrond, veelal afgedekt door veen. Er is gebleken dat deze zandkopjes geheel ontbreken. Ze zijn waarschijnlijk tijdens de ontginning van het veen aangetast en nu niet meer als intacte zandkop in het landschap aanwezig. Enkele lagere terreindelen zijn nog opgevuld met restanten veen. Ook in deze lagere terreindelen is sprake van mengwoelen of diepploegen en aantasting van de bodemopbouw.Gezien de resultaten van het bureau- en het booronderzoek kan de archeologische verwachtingswaarde van het gehele onderzoeksterrein omlaag worden bijgesteld. Er wordt dan ook aanbevolen om geen archeologisch vervolgonderzoek te doen.
Date: 2003