Hanny en Dieuw Maas (75 & 81) maakten de oorlog mee in De Koog. Ze vertellen hoe Texel zich aan het ontwikkelen was als toeristisch eiland, tot de oorlog begon. Hun vader nam al gasten in de schuur. De Koog was toen nog heel klein, ze vertellen over de sfeer in het dorp toen. Het dorp was ook een legerplaats voor Duitse en andere troepen, zoals Brits-Indiers, Kaukasiers & Georgiers. Ze vertellen hoe het was om als jonge meiden in het dorp te leven met al die vreemde mannen. De opstand ervaren ze als zeer traumatisch. Alle branden, beschietingen en doden. in Den Burg gingen ze naar de Katholieke kerk om de katholieke slachtoffers te begraven. De aanwezigheid van Duitse militairen daar ervoeren ze als zeer bedreigend. Ze zagen wagens met lijken van Georgiers afgevoerd worden. In de Koog werd na de bevrijding een meisje dat een relatie met een Duitser had uit haar boerderij gerookt en kaalgeschoren. Nog na de bevrijding kwamen Georgiers uit de duinen om te kijken of de oorlog al af was. Die waren zo lang ondergedoken geweest. Ze vertellen hoe ze na de oorlog de puinhopen in De Koog herstellen.