De archeologische waarden zijn vastgesteld middels een proefsleuf tot een meter diepte vanaf het maaiveld en twee verkennende boringen tot maximaal 4 meter onder het maaiveld. Er zijn geen archeologisch relevante sporen of gebouwresten aangetroffen in de proefsleuf. Wel zijn er diverse ophogingslagen aanwezig op het terrein. Bovenaan (in de proefsleuf gedocumenteerd) is dat een dik pakket 19e -eeuwse tuingrond en daaronder is de ophoging van het 17e - eeuwse bastion in de ondergrond aanwezig. De bovenkant van dit bastion liggen tussen de ca. -80 en 140 cm onder het huidige maaiveld. De totale dikte van het pakket van het bastion ligt tussen de ca. 175 en 200 cm. Dat is opvallend dik, waaruit de conclusie kan worden getrokken dat men bij de ontmanteling van de vesting in 1672 niet grondig te werk is gegaan. Het relatief goed behouden grondpakket van het bastion moet als archeologisch en cultuurhistorisch waardevol worden beschouwd. Onder het bastion ligt rivierzand van de (Oude) IJssel. Er is ter plekke geen sprake van een oude akkerlaag of esdek. De nieuwbouw die op het terrein zal worden uitgevoerd, zal geen noemenswaardige schade aanrichten aan het archeologische bodemarchief, i.e. de intacte resten van het 17e -eeuwse bastion. Het terrein wordt dan ook archeologisch vrijgegeven tot een diepte van 100 cm - maaiveld. Een definitief onderzoek wordt niet nodig geacht.
Date: 22/06/2015 (veldwerk)