Ter plaatse van het onderzoeksgebied is een bodemopbouw aangetroffen met bouwzand en/ of een bouwvoor, op (sub)recente ophooglagen, op Afzettingen van Tiel, op Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye. Het maaiveld lag op een hoogte van 13.5 - 13.6 meter +NAP.
In de top van de Afzettingen van Tiel werden 2 archeologische sporen aangetroffen. Spoor nr. 1 betrof een greppel, mogelijk een perceleringsgreppel, die vanwege het ontbreken van vondstmateriaal niet nader kon worden gedateerd. Spoor nr. 2 betrof een concentratie van halve kloostermoppen met een noordwest - zuidoost oriëntatie, die op basis van het vondstmateriaal kan worden gedateerd in de
17de eeuw. Vanwege de beperkte omvang van de ontgraving kan de functie van het spoor niet met zekerheid worden vastgesteld. Wat op basis van archiefonderzoek kan worden uitgesloten is dat het een fundering betreft van bebouwing binnen het legerkamp. Op basis van het vondstmateriaal kan worden geconcludeerd dat het spoor waarschijnlijk dateert van na het Beleg van de Schenkenschans en dat het mogelijk kan worden gerelateerd aan het gebruik van het terrein voor de schutterij, of ten tijde van de Franse Opstand in 1674.
Het vondstmateriaal betreft over het algemeen 17de-eeuws materiaal, waaronder 28 fragmenten van pijpen, 19 musketkogels, 5 fragmenten van een vierkante steengoed fles, een ruiterspoor, een deel van een musketloop, mogelijk paardentuig, een bandeliersluiting en een brilvormige gesp.