Uitbreiding begraafplaats Siegerswoude

In opdracht van de gemeente Opsterland heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in mei 2012 een archeologische opgraving uitgevoerd in verband met de uitbreiding van de begraafplaats van Siegerswoude. Dit onderzoek was een vervolg op archeologisch vooronderzoek in januari en februari van dat jaar. De bevindingen van dat eerdere onderzoek zijn ook in deze rapportage verwerkt. Het onderzoeksgebied ligt in het noorden van AMK-terrein 6958; een terrein van zeer hoge archeologische waarde. De opgraving heeft een vindplaats uit het Midden-Mesolithicum en een vindplaats uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd opgeleverd.

De vindplaats uit het Midden-Mesolithicum omvat uit elf haardkuilen, vuursteenartefacten, enkele als “kookstenen” gebruikte keien, afkomstig uit een haardkuil, en mogelijk nog een paar stukken natuursteen. Een deel van de vuursteenartefacten is zeker mesolithisch, maar met name in het oosten (sonderingsputje 10) lijkt sprake te zijn van een concentratie van mogelijk neolithisch materiaal – daar zijn geen haardkuilen (die typerend zijn voor het mesolithicum) aangetroffen, hetgeen een bijkomend, maar weinig doorslaggevend argument kan zijn voor een jongere datering. Neolithische aanwezigheid hoeft overigens niet te verbazen omdat direct ten zuiden van het opgegraven terrein in het verleden ten minste één duidelijk neolithisch artefact (een transversale pijlpunt) is gevonden. Op basis van de bevindingen uit het vooronderzoek ligt het zwaartepunt van de vondstverspreiding in de zuidelijke helft van het centrale deel van het onderzochte terrein. Daar liggen ook bijna alle aangetroffen haardkuilen. Hoogstwaarschijnlijk strekt de mesolithische vindplaats zich buiten het opgegraven terrein uit, met name ten zuiden ervan. Hoewel een directe relatie tussen genoemde vondsten en de haardkuilen aannemelijk is, is deze niet te bewijzen. Gelet op de 14C-dateringen van houtskool (van den en eik) uit de haardkuilen dateren zij alle uit het Midden-Mesolithicum, en dat geldt dus ook voor de haard met de gebroken “kookstenen”. Mesolithische haardkuilen met kookstenen zijn zeldzaam, en de aanwezigheid van zoveel en zo grote stenen is helemaal uitzonderlijk. De 14C-dateringen doen gelijktijdigheid van de meeste haardkuilen vermoeden: de dateringen clusteren in de periode 6900 tot 6600 cal BC. Mogelijk vertegenwoordigen zij activiteiten tijdens een éénmalig bezoek (gedurende een week of wat), of herhaald, maar sporadisch en onderbroken gebruik binnen een periode van slechts enkele (tientallen) jaren, tussen 6697-6556 cal BC. Drie dateringen wijzen op eerder gebruik in het Midden-Mesolithicum. De betreffende haardkuilen bevinden zich in de periferie van het haardkuilencluster, en daarbuiten. De aangetroffen resten wijzen op vuursteenbewerking, jacht (spitsfragment, lancetspits) en/of de verwerking van geschoten wild, op huidbewerking en/of op het ontschubben van vissen (de schrabbers en schrabberachtige stukken) en voedselbereiding (haardkuilen).

De vindplaats uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd bestaat uit enkele greppels en enkele verspreide (paal)kuilen, en uit kogelpotaardewerk, proto- en bijna-steengoed, roodbakkend en soms roodbakkend-geglazuurd aardewerk, een metaalslak en wat fragmenten bouwmateriaal, vooral baksteenpuin. Het ligt voor de hand dit materiaal in verband te brengen met een nederzetting die ongetwijfeld vlak bij het oude kerkje van Siegerswoude zal hebben gelegen. De relatieve schaarste van het vondstmateriaal, het geringe aantal sporen en de aard ervan, lijkt eerder te wijzen op de periferie van die vermoede nederzetting. De aangetroffen grondsporen zijn echter niet per se gelijktijdig, en er hoeft geen relatie te zijn tussen grondsporen en vondsten. Een duidelijk verband met de oudste, middeleeuwse bewoning van Siegerswoude kan dus niet worden aangetoond.

Vermeldenswaardig is verder dat onder het sporenniveau is in de C-horizont een overstoven bodem met houtskool aangetroffen. Op lithostratigrafische gronden is deze bodem als een Allerødbodem geïnterpreteerd, hetgeen bevestigd werd door een 14C-datering: 10.950 ± 50 BP (10.854-10.774 cal BC). Allerødbodems zijn relatief zeldzaam.

Met deze opgraving is het archeologisch onderzoek in het plangebied afgesloten. Verder archeologisch onderzoek is binnen het plangebied niet meer nodig. Wel wijzen de veldbevindingen erop dat in aangrenzende gebieden met behoudenswaardige resten rekening gehouden moet worden. Voor de overige zandkop (of zandrug), met onder meer het resterende deel van het AMK-terrein, wordt dan ook planologische bescherming (dubbelbestemming waarde archeologie) aanbevolen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z7b-8hxa
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-1qwy-ow
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:61902
Provenance
Creator Molthof, H.M; Anscher, T.J. ten
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau BV
Contributor RAAP Archeologisch Adviesbureau BV
Publication Year 2015
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/msword; image/jpeg; mapinfo / tab; access / mdb
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.215 LON, 53.089 LAT); Begraafplaats; Siegerswoude; Opsterland; Friesland