Op de locatie is een glastuinbouwbedrijf gevestigd. Het voornemen bestaat om het bedrijf uit te breiden. Hiertoe wil men op een perceel grond ten zuiden van het bestaande bedrijf ook een kas bouwen. Het plangebied heeft een omvang van 37.750 m 2 . De kas wordt gebouwd op poeren. De poeren worden tot ongeveer 80 cm-mv ingegraven. Daarnaast vinden bodemverstoringen tot ca. 80 cm-mv plaats voor de aanleg van verwarmingsleidingen en substraatleidingen.Het plangebied ligt in de ArcheoRegio 'Brabants zandgebied' en ligt volgens de geomorfologische kaart ten westen van een dekzandrug. Volgens de bodemkaart komen in de ondergrond hoofdzakelijk beekeerdgronden voor. Op de dekzandrug bevinden zich hoge zwarte enkeerdgronden (esdek). De beleidskaart van de gemeente Laarbeek maakt melding van een mogelijk verstoorde ondergrond.In het plangebied zijn twintig boringen gezet tot in de ongeroerde ondergrond, tot maximaal 200 cm-mv. In veel bodemlagen is sprake van roest. In acht boorprofielen verspreid door het plangebied is de oorspronkelijke bouwvoor (A-horizont) nog herkenbaar als een donkere humeuze zandlaag van 10 tot 35 cm dik. Hieronder ligt dekzand (C-horizont). Daarnaast bevindt zich in het plangebied een jongere humeuze gevlekte zandlaag (20 tot 55 cm dik; eveneens A-horizont).Deze gevlekte zandlaag ligt soms op de oorspronkelijke bouwvoor, en soms direct op de C-horizont. In het hele plangebied ligt aan het maaiveld een 20e eeuwse ophooglaag van 20 tot 90 cm dik.De aanwezigheid van roestvlekken en een ophooglaag wijst op een lage natte landschappelijke context. Hoge zwarte enkeerdgronden ontbreken in het plangebied. Vermoedelijk is oorspronkelijk sprake geweest vanbeekeerdgronden. In deze landschappen kunnen archeologische complextypen gerelateerd aan natte contexten aanwezig zijn gerelateerd aan infrastructuur (voorden, bruggen, afwatering, sluizen, dammen), religie (rituele deposities) en voedsel voorziening (visfuiken, netten). De bodemopbouw in het plangebied is echter sterk wisselend en waarschijnlijk op de meeste plaatsen niet meer intact. Het is daarom onwaarschijnlijk dat eventuele behoudenswaardige archeologische resten nog intact zijn.Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor devoorgenomen ontwikkeling.