Vronie Halsema (80) groeit op in een gezin op een kleine boerderij nabij de bosrand. Ze vertelt over het leven tijdens de oorlog, en hoe haar buren bij het verzet betrokken waren. Tijdens de opstand komen de leiders van de opstand in de boerderij van Vronie terecht. Ze worden verstopt in verschillende schuurtjes en in het hooi. Ze vertelt gedetailleerd hoe de Georgiers aan eten geholpen werden. Tijdens de status quo fase aan het einde van de opstand werd de boerderij het hoofdkwartier van de Georgiers. De overlevenden kwamen hier aanwaaien en vertelden hun verhalen.Na de oorlog stierf Vronie's vader tijdens het opruimen van munitie.Na afloop van de oorlog verloren Vronie en haar familie alle contact met de Georgiers. Ze wilden het wel graag, ze droomden er zelfs van. Ze ging ook naar de begraafplaats van de Georgiers, toen nog een kaal veldje op De Hoge Berg. Later kwamen ze nog wel eens langs, bij herdenkingen op Texel. Maar echt contact is er niet meer van gekomen.