"Er zijn in totaal 19 profielen opgenomen in zeven proefsleuven. In de profielen is het ontstaan van het landschap vanaf de vorming van de strandwal/strandvlakte af te lezen. De landschapsgenese kent in het plangebied een aantal fasen, waarvan er vier in deze profielen zijn onderscheiden (van oud naar jong): fase 1 wordt vertegenwoordigd door de strandwal/-vlakte en het strandvlakteveen; fase 2 betreft de afzetting van siltig zand en klei onder een toenemende invloed van de zee, de fase eindigt met een periode waarin nauwelijks nog overstromingen plaatsvinden (de fosfaatconcentratie is vermoedelijk van natuurlijke oorsprong); fase 3 omvat een laag stugge, donkergijze, matig tot sterk humeuze klei (laklaag); fase 4 wordt gevormd door een opeenvolging van, over het algemeen, steeds zandigere lagen, oplopend van sterk zandige, grijsbruine klei tot matig siltig, grijs zand die wijzen op een toenemende fluviatiele invloed.Het waarderend proefsleuvenonderzoek heeft de ligging van de strandvlakte ten opzichte van de strandvlakte en de verdere laagopeenvolging nauwkeurig in beeld gebracht. In het uiterste zuidwesten is op de strandwal enig nederzettingsaardewerk uit de Vroege IJzertijd en de Late IJzertijd aangetroffen. Aan de voet van de strandwal aldaar is onder de afzetting van fase 2 verspreid eveneens materiaal uit de Vroege IJzertijd aangetroffen. De laklaag uit fase 3 is archeologisch steriel, maar op twee plaatsen is greppeltje onderin de laag vastgesteld. Aangezien de klei van de laklaag zich over de locatie met het nederzettingsaardewerk voortzet, moet de laklaag uit de Romeinse tijd of later dateren. De drie archeologische vindplaatsen, het greppeltje en de beide voorkomens van materiaal uit de Late en Vroege IJzertijd, zijn formeel gewaardeerd. Het selectieadvies luidt dat ze niet behoudenswaardig zijn."
Aanwijzingen voor nederzettingen uit de Vroege en Late IJzertijd tijdens een waarderend veldonderzoek door middel van proefsleuven
Date: 17/02/2014 (veldwerk)