De IJssel kronkelde tot in de 15e eeuw door de Mars, een laaggelegengebied ten noorden van de stad dat na het afdammen van de geul in gebruik is genomen als weidegebied. De middeleeuwse stadsmuur en gracht waren in de 17e eeuw door de ontwikkelingen op oorlogsgebied niet meer genoeg om de stad te verdedigen. Rondom de hele stad werd daarom een stelsel van bastions, grachten en wallen aangevallen om zo steeds meer obstakels voor aanvallers en geschut op te werpen. In het onderhavige plangebied, de nieuwe parkeergarage aan de Lijmerij, was door de aanwezigheid van de oude IJsselgeul kans op de aanwezigheid van scheepswrakken en scheepsladingen. Voorafgaand aan de bouw van de parkeergarage is daarom een geofysisch onderzoek uitgevoerd, om de mogelijk aanwezige scheepsresten op te sporen. Dit onderzoek is gevolgd door een archeologisch proefsleuvenonderzoek om de grachten en wallen uit de linie van Coehoorn goed te plaatsen en de onderzoeksresultaten van het geofysisch onderzoek te verifiëren. Tijdens het onderzoek zijn geen sporen van scheepswrakken of scheepsladingen aangetroffen. Wel zijn de gracht en de contrescarp aangetroffen waarmee de het historisch kaartmateriaal scherper kan worden gekoppeld. Behalve de archeologische resultaten komt ook de historie van de Mars aan bod in deze rapportage: de landschappelijke en historische ontwikkeling en de ontwikkeling van de verdedigingswerken.
ZAP 119