Op 29 april 2022 heeft BAAC in samenwerking met Military Legacy in opdracht
van Natuurmonumenten en de gemeente Bloemendaal een opgraving variant
archeologische begeleiding uitgevoerd binnen Marine-Seeziel-Batterie
Langerak. Het onderzoek was non-destructief, wat wil zeggen dat enkel de
aan het maaiveld zichtbare resten uit de Tweede Wereldoorlog zijn ingemeten
en geïnventariseerd. Het onderzoek volgt op een eerdere inventarisatie en
veldbezoek, waarbij monumentale resten van de Atlantikwall, de Duitse kustverdedigingslinie langs de westgrens van het Derde Rijk zijn bekeken in het
kader van de aanwijzing als gemeentelijk monument. Naast de bakstenen en
betonnen restanten werden ook veldversterkingen en aanverwante structuren
waargenomen. Vanwege de kwetsbare en bijzondere aard van deze sporen
is door Natuurmonumenten en gemeente Bloemendaal besloten de resten
archeologisch te laten onderzoeken.
In het veld bleken inderdaad de relatief goed bewaarde restanten van een
plaggendek, open opstelling voor een zoeklicht met een diameter van 150 cm
en een deel van een prikkeldraadversperring aanwezig te zijn. Deze restanten
lagen tot voor kort nog onder een meters dik zandpakket. Door de werking van
de wind kwam het oude maaiveld hier aan het licht waarbij de unieke situatie
ontstond om deze goed bewaarde resten vast te leggen. De aangetroffen
sporen behoren tot het noordelijke deel van Marine-Seeziel-Batterie Langerak.
Dit was een Duitse kustbatterij die eind 1943 als onderdeel van de Atlantikwall
door de Duitse bezetters werd gebouwd om het gat in de kustverdediging
(schootsveld) tussen Zandvoort en IJmuiden te dichten.
Het plaggendek bleek in het veld zeer goed bewaard te zijn en een groot deel
van het open gebied tussen de noordelijke bouwwerken van de batterij op
te vullen. De bouwwerken bleken hierin te zijn ingebed, zoals ook de Duitse
zoeklichtopstelling in werkput 2. De plaggen zijn onder andere aangelegd om
verstuivingen tegen te gaan. Het was daarnaast handig om de zichtbaarheid
vanuit de lucht te verminderen, het materiaal was goedkoop en lokaal
voorhanden en makkelijk te onderhouden. De lage vegetatie was eveneens
handig voor het vrijhouden van het schootsveld. Het dek is in beide werkputten
nagenoeg identiek. Het gaat om strak tegen elkaar gelegde grasplaggen met
een formaat van circa 25 x 25 cm. De dikte is lastig vast te stellen door de
jarenlange erosie en varieert tussen de 2 en 6 cm. De plaggen werden lokaal
gewonnen tijdens verschillende grotere ontzodingscampagnes, zoals die van
juli 1944, waar op last van de Duitse bezetters circa 40.000 m2 werd afgeplagd.
Onder andere de velden van het Kennemer Lyceum moesten het ontgelden. Het
plaggendek vertelt hiermee niet alleen het verhaal van de militaire inrichting en
gebruik van het complex, maar ook de verhalen over de sociale en economische
gevolgen van de bouw voor de regio.
In werkput 1 is verder een prikkeldraadversperring aangetroffen. Deze versperringen lagen niet alleen rondom het complex, maar ook tussen de bouwwerken.De structuur bestond uit houten palen waartussen draad was gespannen. Op basis van het uiterlijk van het draad en het patroon waarin het is aangetroffen, kan worden geconcludeerd dat gebruik is gemaakt van kant en klaar aangeleverde spiraalvormige prikkeldraadrollen (concertina).
adobe acrobat document, 9.0