In de periode 13 tot en met 17 juni 2022 heeft Econsultancy onder leiding van KNA archeoloog Manouk Derks een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd voor het onderzoeksgebied (Archis onderzoeksnummer: 5260872100).Tijdens dit onderzoek is een totaal van 20 werkputten aangelegd, voorzien van één archeologisch sporenvlak in de top van het Pleistocene zand (zie figuren 3 en 4). Hierbij zijn 39 archeologische spoornummers geregistreerd.De aangetroffen sporen bestaan uit negen paalkuilen, 17 kuilen en twee mogelijke waterputten.Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn sporen aangetroffen van menselijke activiteit uit de perioden Late- Bronstijd - IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Het betreft een fasering op basis van sporen, structuren en vondsten, waarbij bekende soorten aardewerk zijn aangetroffen zoals grof gemagerd handgevormd aardewerk, kogelpot, roodbakkend, steengoed en porselein.De natuurlijke bodemopbouw is vergelijkbaar met de opgestelde verwachting uit het vooronderzoek.11 In dit rapport is de bodemopbouw aan de hand van de 38 gedocumenteerde profielen beschreven.Over het algemeen is er sprake van een volgende bodemopbouw: Aan de top komt een relatief dunne grijsbruine tot grijze bouwvoor voor. De dikte van de bouwvoor ligt tussen de 20 en 40 cm. Daaronder is een Bw-horizont waargenomen. De top hiervan bevindt zich op een diepte van circa 7,7 m NAP. De Bw-horizont bestaat uit matig grof, geelbruin zand. Plaatselijk komt onder de Bw-horizont een bioturbatielaag voor, maar deze is niet in alle profielen aanwezig. De basis van de bodem bestaat uit een matig grove, geelwitte C-horizont. In enkele werk- putten komen in de C-horizont mangaanspikkels en ijzervlekken voor.De eerste bevindingen van het proefsleuvenonderzoek zijn opgenomen in een evaluatieverslag dat op 6 oktober 2022 definitief is geworden. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn vindplaatsen ontdekt die op basis van ui- terlijke kenmerken van de sporen en het vondstmateriaal vermoedelijk dateren in de late prehistorie (Midden- Bronstijd - IJzertijd), Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Econsultancy heeft geadviseerd om bij graafwerkzaam- heden dieper dan 60 cm onder maaiveld een definitieve archeologische opgraving uit te voeren.Op basis van advies en selectiebesluit is de opdracht aan Econsultancy gegeven voor het uitvoeren van een vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving (DO). Voorafgaand aan de opgraving hebben de betrokken par- tijen afgesproken de uitkomsten van proefsleuvenonderzoek, het PvE en de uitwerking van de opgraving te combineren in één eindrapport. Dit is afgesproken om zo de voortgang in het onderzoek op peil te houden.Daarnaast spelen de kosten mee. Immers er wordt slechts één eindrapport samengesteld. Tot slot speelt mee dat de data van beide onderzoeken door combinatie niet versplinterd maar als één gepresenteerd kan worden.Onderzoeken 7582.003 (IVO-P), 7582.004 (aanvulling op het PvE) en 7582.005 (DO) komen daarom samen in één rapport.