Grontmij Nederland BV heeft in opdracht van NV waterleiding Maatschappij Limburg in maart, augustus 2007 en februari 2008 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in verband met de aanleg van een watertransportleiding in de gemeenten Echt-Susteren, Sittard-Geleen en Schinnen. Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek, verkennende fase door middel van boringen en het graven van kijkgaten.Doel van het bureauonderzoek was het vaststellen van de specifieke verwachtingswaarde. Het veldonderzoek had tot doel de bodemgesteldheid ter hoogte van het tracé vast te stellen en daarmee het verwachtingsmodel te onderbouwen. In overleg met de gemeente Sittard-Geleen is besloten om van alle gebieden met een middelhoge verwachtingswaarde die het tracé doorsnijdt door middel van een booronderzoek de bodemgesteldheid vast te stellen.Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat zich in het plangebied radebrikgronden (BLd6), daalbrikgronden (BLh5), bergbrikgronden (BLb6), ooivaaggronden (Ldd6), poldervaaggronden (Lnd5), Leek-/woudeerdgronden (Krn1) en poldervaaggronden gevormd in rivierklei (RN15C) bevinden. In ARCHIS zijn 6 waarnemingen bekend uit het plangebied. Volgens de AMK zal het tracé twee monumenten doorsnijden in de gemeente Sittard-Geleen. Op de IKAW heeft het plangebied in de gemeente Susteren grotendeels een middelhoge verwachtingswaarde voor het aantreffen van archeologische waarden. In de gemeente Sittard- Geleen heeft het plangebied een lage tot hoge verwachtingswaarde en in de gemeente Schinnen een lage tot hoge verwachtingswaarde voor het aantreffen van archeologische waarden.Het veldonderzoek heeft uitgewezen dat in vrijwel het hele onderzochte tracé een intact bodemprofiel aanwezig is. Op grond van de resultaten van het verkennend booronderzoek zijn verschillende aanbevelingen geformuleerd.
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase door middel van boringen en kijkgaten