Oral history interview met een vrouw (1929) uit een Doopsgezind middenstandsgezin van wie beide ouders begin jaren dertig lid worden van de NSB. Haar moeder is ook lid van de NSVO en haar vader zit bij de WA. Tijdens de bezetting is vader hoofd Mobiele Eenheid op het Hoofdkwartier in Utrecht. DNS06 is vanaf haar achtste jaar lid van de Jeugdstorm. Op Dolle dinsdag vlucht ze met haar moeder en broertje naar Duitsland. Na haar vijftiende verjaardag moet ze bij boeren op het land gaan werken (georganiseerd door de Bund Deutsche Mädel). Tijdens de bevrijding maakt ze mee dat haar ouders gearresteerd worden. DNS06 wordt met haar broertje naar West-Nederland vervoerd. Haar broertje moet naar een kindertehuis en zij wordt bij familie ondergebracht. Haar vader wordt in 1948 vrijgelaten. DNS06 trouwt twee maal en beide echtgenoten komen ook uit een ‘fout’ nest. Haar hele leven heeft ze een 'slot' op haar mond gehouden", zoals ze het noemt.De aanleiding voor dit interview is het Aletta project om levensverhalen van vrouwen vast te leggen van wie de ouders tijdens WO II de kant van de bezetter kozen en zelf geïnterneerd en/of in kindertehuizen en/of in pleeggezinnen ondergebracht werden tijdens de internering van hun ouder(s).
Date Submitted: 2010-04-01
Acht gewone dochters, geboren voor 10 mei 1940. Hun overeenkomst: ze hadden ‘foute’ ouders. Hoe was het om op te groeien in een nationaalsocialistisch gezin, met ouders die lid waren van of sympathiseerden met de NSB, NSNAP, Nationaal Front of Zwart Front? Dat is de kernvraag in dit project. Acht dochters van ‘foute’ ouders hebben hun verhaal op beeld laten vastleggen.De vrouwen zaten in hun jonge jaren bij een nationaalsocialistische jeugdorganisatie of werkten voor het Duitse Rode Kruis. Sommigen zijn gevlucht na Dolle Dinsdag. Anderen zijn na de bevrijding geïnterneerd en/of berecht. Een deel van de dochters is na de bevrijding in een pleeggezin of kindertehuis geplaatst.De interviews leveren een bijdrage aan de geschiedschrijving van schuld, straf en boete in de periode na de Tweede Wereldoorlog. Die periode is feitelijk nog steeds niet afgesloten: de problematiek van kinderen van collaborateurs blijft moeilijk bespreekbaar. Sommige vrouwen hebben het zwijgen doorbroken door hun eigen verhaal te publiceren, vaak onder pseudoniem. Maar veel 'dochters van toen' durven nog steeds niets over hun achtergrond te vertellen.