In opdracht van Gemeente Gemert-Bakel heeft het onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC bv) een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het planbied Het Laar te Gemert. De plannen voor de planlocatie hebben betrekking op nieuwbouw.Op basis van de ouderdom van het landschap kunnen archeologische resten uit alle perioden tussen laat-paleolithicum en nieuwe tijd worden verwacht. Het kan dan gaan om tijdelijke jachtkampen met vuursteenstrooiing en houtskool van jagers en verzamelaars. Ook kunnen nederzettingsterreinen of individuele huisplaatsen worden verwacht met greppels, waterputten en aardewerkstrooiing uit de periode bronstijd-late middeleeuwen. De kans op een nederzetting uit de nieuwe tijd is laag, omdat het historisch centrum van Gemert ten noorden van het plangebied ligt en het plangebied volgens historische kaarten altijd onbebouwd is gebleven. Op basis van de oudste vermelding van de Doregraaf kan een veertiende-eeuwse ontginningsfase worden vermoed.Uit het verkennend booronderzoek bleek dat in het plangebied een dik humeus dek aanwezig is met een gemiddelde dikte van 60-90 cm. In dit humeuze dek konden in sommige boringen meerdere lagen worden onderscheiden die mogelijk gerelateerd zijn aan verschillende fasen in het ontstaan van het humeuze dek. Het humeuze dek bevatte behalve wat baksteengruis weinig bijmengingen en er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die een indicatie kunnen vormen voor de datering van het esdek.In de boringen zijn geen verstoringen aangetroffen. Onder het humeuze dek was de bodem afgetopt tot op de C-horizont (het noorden van het plangebied) of de BCb-horizont (het zuiden van het plangebied). Op dit niveau kunnen grondsporen zoals paalkuilen, waterputten, kuilen e.a. nog bewaard zijn gebleven. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats binnen de grenzen van het plangebied, maar dit is gezien het verkennende karakter van het onderzoek ook niet verwonderlijk. Gezien de aanwezigheid van een (gelaagd) esdek op een relatief hoog gelegen dekzandrug in het plangebied wordt de kans op de aanwezigheid van vindplaatsen dan ook groot geacht.Conform het beleid van de provincie Noord-Brabant wordt bij de aanwezigheid van een intact esdek aanbevolen om een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (karterende fase) uit te voeren. Voorafgaand aan dit veldonderzoek dient een Programma van Eisen te worden geschreven dat door het bevoegd gezag (de gemeente Gemert-Bakel) geaccordeerd moet worden.