SamenvattingTransect heeft in oktober 2014 een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Johan de Wittlaan 6-8 in Woerden (gemeente Woerden). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de nieuwbouw van woningen in het gebied. Bij de voorgenomen nieuwbouw zal grondverzet plaatsvinden, waardoor de bodem en daarmee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord.Op basis van het vooronderzoek zijn de volgende conclusies te trekken:1) Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat voor het plangebied een middelhoge verwachting geldt op de aanwezigheid van archeologische resten uit de periode Neolithicum tot en met de Late Middeleeuwen. Deze verwachting is gebaseerd op de verwachting dat in het plangebied oeverafzettingen aanwezig kunnen zijn van de Oude Rijn, waarop in die periode bewoningsmogelijkheden bestonden.2) Uit historisch kaartmateriaal blijkt dat het plangebied altijd onbebouwd is geweest. Voor de Nieuwe Tijd bestaat daarom een lage archeologische verwachting op het aantreffen van (nederzettings)resten.3) Uit het veldonderzoek is gebleken dat in het plangebied beddingafzettingen aanwezig zijn waarop in het zuidoostelijk deel geulafzettingen liggen. De geulopvulling bestaat daar uit een afwisseling van zand, zandige klei en detritus-lagen. Hoe oud de geul is, is op basis van dit onderzoek niet vast te stellen. In het noordwestelijk deel van het plangebied zijn oeverafzettingen aanwezig. Deze zijn beperkt in dikte, namelijk circa 40 cm.4) De oorspronkelijke top van de geul- en oeverafzettingen is verdwenen. Deze heeft plaatsgemaakt voor een pakket baksteenhoudende humeuze klei met zandbrokken en een pakket ophoogzand. Beide pakketten zijn tezamen circa 100 cm dik. Het ophoogzand is ten behoeve van de aanleg van het voormalig veilingterrein aangebracht. Het baksteenhoudende humeuze kleipakket is vermoedelijk in het plangebied gestort nadat het ten behoeve van kleiwinning is afgegraven. Eventueel aanwezige archeologische (nederzettings-)resten zijn vermoedelijk met de vergraving van de klei verdwenen.5) Concluderend heeft het plangebied een lage archeologische verwachting op de aanwezigheid van bewoningsresten uit de periode Neolithicum – Late Middeleeuwen. Off-site sporen, die te relateren zijn aan een natte context (zoals scheepsresten, beschoeiingen of afvaldumps) zijn theoretisch gezien wel te verwachten.AdviesOp basis van de resultaten van het veldonderzoek bestaat er in archeologisch opzicht geen bezwaar tegen een voorgenomen nieuwbouw in het plangebied. Er hoeven daarmee ten behoeve van de archeologische monumentenzorg (AMZ) geen aanvullende maatregelen te worden genomen. Toch bestaan in het plangebied nog een verwachting op resten. Deze zijn echter lastig systematisch op te sporen, omdat het aantreffen ervan vaak berust op toeval. Daarom geldt dat wanneer tijdens graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische zaken worden aangetroffen, een wettelijke plicht om deze vondsten te melden bij de bevoegde overheid (gemeente Woerden).Bovenstaande vormt een selectieadvies. Op grond van de resultaten van het rapport en het advies zal het bevoegd gezag (de gemeente Woerden) een besluit nemen over de daadwerkelijke omgang met eventueel aanwezige archeologische waarden binnen het plangebied.