Transect-rapport 2475: Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P). Laren, Tafelbergweg 39, Gemeente Laren (NH)

DOI

In september 2017 is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Tafelbergweg 39 in Laren. De aanleiding voor het onderzoek vormde de sloop van de bestaande bebouwing in het plangebied en de bouw van een nieuwe woning. Voor deze werkzaamheden was een omgevingsvergunning nodig. In het plangebied gold volgens het bestemmingsplan Laren Noord een archeologische waarde. Dit betekent dat voor de voorgenomen herontwikkeling in het kader van de omgevingsvergunning een archeologische waardestelling nodig was. Uit archeologisch vooronderzoek bleek dat het plangebied een hoge verwachting had op de aanwezigheid van archeologische vondsten en sporen. De kans werd vooral groot geacht dat archeologische waarden aanwezig zouden zijn die samenhingen met een nederzetting uit de periode Neolithicum-IJzertijd. Om deze verwachting te toetsen heeft voorafgaand aan de sloop van de bestaande bebouwing een proefsleuvenonderzoek plaatsgevonden. Doel van deze proefsleuf was om de aard van de gevonden resten in het gebied vast te stellen. Methode Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 4.0, BRL 4000) en de eisen die in het PvE zijn gesteld. In het plangebied zijn twee werkputten aangelegd. Volgens het PvE had één werkput aangelegd moeten worden van 60 m2 aan de westzijde van de bestaande bebouwing. Vanwege de aanwezigheid van bosschages was het echter niet mogelijk deze werkput de beoogde lengte van 15 m te geven. Om toch tot een afdoende steekproef te komen, is aan de zuidkant werkput 2 aangelegd. Er is onder het esdek een archeologisch tussenvlak aangelegd waarin zich een ploegspoor aftekende. In het hele onderzoeksgebied is laagsgewijs verder verdiept tot in de C-horizont, om na te gaan of er nog meer sporenniveaus aanwezig waren. Dit bleek niet het geval. Tijdens het machinaal verdiepen is het vlak bij elke ‘haal van de bak’ geïnspecteerd op sporen en vondsten; hierbij is ook gebruikgemaakt van de metaaldetector. Archeologische vlakken zijn aangelegd, ingemeten en gedocumenteerd conform PvE. Reguliere aanlegvondsten zijn per laag en per vak van 3 x 3 m verzameld. In het enige aangetroffen grondspoor zijn geen vondsten gedaan. Omdat een complexe bodemopbouw uitbleef, is volstaan met het documenteren van één profielkolom per proefsleuf. Resultaten Tijdens het proefsleuvenonderzoek is plaatselijk (in de westelijk gelegen werkput) een redelijk intacte bodemopbouw aangetroffen; toch was hier slechts één grondspoor aanwezig, namelijk een noordwest-zuidoost georiënteerd ploegspoor, dat zich aftekende onder het esdek. De oriëntatie, die overeenkomt met die van het landbouwperceel ter hoogte van het plangebied op historisch kaartmateriaal uit 1730, is hooguit een aanwijzing voor een mogelijke datering in de Nieuwe Tijd. Het vondstmateriaal, bestaande uit 11 fragmenten aardewerk uit de periode vanaf de Late-Middeleeuwen en een spijker, is allemaal aangetroffen in secundaire context, namelijk het esdek. Geconcludeerd kan worden dat de hoge archeologische verwachting niet is uitgekomen. Omdat er slechts één ploegspoor is aangetroffen en enkele vondsten in secundaire context, is ons inziens geen sprake van een vindplaats.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x8d-kkdd
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-x8d-kkdd
Provenance
Creator A.A. Kerkhoven
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.J. Hartog
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.J. Hartog
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 3808514; 8061; 7425; 948; 6405
Version 1.0
Discipline Humanities