Conclusie
Ondanks de kleinschaligheid van het onderzoek en de hoge mate van verstoring van het terrein, kunnen toch enkele uitspraken gedaan worden met betrekking tot de menselijke activiteiten op deze plaats aan de westrand van de dorpskern van Elst.
Door het uitblijven van sporen en/of vondsten uit de Romeinse tijd, kunnen geen uitspraken worden gedaan over een eventuele locatie van het onderzochte terrein binnen de veronderstelde vicus- zone van Elst.
De vroegste vondsten (roodbakkend Elmptaardewerk) zijn te dateren in de 2de helft van de 12de eeuw of de 13de eeuw. Dit kan niet zondermeer als startdatum van de in gebruikname van het terrein gehanteerd worden. De oudste cultuurlaag is - op basis van enkele scherven gevlamd Siegburgaardewerk - te dateren in de 2de helft van de 14de eeuw. Deze laag dekt enkele sporen af - die geen materiaal bevatten. De oudste occupatie van het terrein is vooralsnog te situeren vóór deze datum. Aangezien bijna éénderde van het dateerbare materiaal te situeren is in de 13de eeuw, bestaat de mogelijkheid dat de bewoning op het terrein al aanving in die periode. Het is evenwel ook mogelijk dat dit materiaal afkomstig is van bewoning op de omliggende percelen.
Jongere sporen en aardewerkvondsten (15de eeuw tot na 1700) laten zien dat het terrein waarschijnlijk continu in gebruik was vanaf de vroegst aangetoonde periode.