De onderzoekslocatie ligt volgens de Archeologische Beleidskaart van de gemeente Roermond (2011) in een zone met een hoge
archeologische verwachting. Volgens de Erfgoedverordening (2018) geldt het volgende: “voorafgaande aan grondwerkzaamheden binnen de op de bij deze verordening behorende Beleidskaart archeologie als gebied met hoge archeologische verwachting aangeduide gebieden dient een archeologisch vooronderzoek plaats te vinden. Op basis van het uitgevoerd bureauonderzoek blijkt dat het plangebied op de overgang van het hoger gelegen Pleniglaciale rivierterras naar het lager gelegen Holocene Roerdal ligt. In het plangebied kunnen resten worden verwacht uit het mesolithicum tot en met nieuwe tijd. Met name voor de periode neolithicum – vroege middeleeuwen geldt er een hoge archeologische verwachting. Voor de periode volle middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd geldt een middelhoge verwachting. Ter plaatse van de huidige en de eerder gesloopte bebouwing, de voormalige vijver en ter plaatse van de huidige nutsvoorzieningen zal de bodem tot zekere diepte verstoord zijn geraakt. Dat geldt met name voor de zone van het in 2007-2015 gesloopte gebouw en de locatie van de voormalige vijver. De kans
wordt hier klein geacht dat nog intacte archeologische resten aanwezig zijn. Echter kan dit niet worden uitgesloten, aangezien
niet bekend is of ter plaatse graafwerkzaamheden zijn beoogd en zo ja, tot welke diepte. Ten tijde van het opstellen van dit rapport is de diepte van de toekomstige bodemverstoring binnen het plangebied niet bekend. Er wordt vooralsnog uitgegaan van een standaard funderingsdiepte van tenminste 0,8 - 1,0 meter beneden maaiveld. Op basis
van het bureauonderzoek kunnen archeologische resten vanaf het maaiveld aangetroffen worden. De voorgenomen
graafwerkzaamheden kunnen een negatieve impact hebben op het potentiële archeologische niveau en kunnen eventueel
aanwezige archeologische resten verloren gaan. Omwille van bovenstaande informatie wordt archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Dit kan plaatsvinden in de
vorm van een verkennend booronderzoek om de intactheid van de bodem en de diepteligging van potentiële archeologische
niveaus vast te stellen. Ter plaatse van het gesloopte gebouw en de voormalige vijver kunnen enkele controleboringen worden geplaatst om de verstoring in kaart te brengen.
Het geadviseerde vervolgonderzoek zal in beginsel betrekking hebben op die zones waar graafwerkzaamheden zijn gepland. Indien voor de andere zones geen vervolgonderzoek zal plaatsvinden, zal ter plaatse de archeologische dubbelbestemming gehandhaafd blijven.