In opdracht van dhr. Gubbels uit Helvoirt heeft VUhbs archeologie een archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd aan de Distelberg 5-7 in Helvoirt. De directe aanleiding voor het onderzoek is het voornemen van dhr. Gubbels om op het terrein een woonhuis en enkele bijgebouwen te bouwen. Bij de werkzaamheden die met de nieuwbouw gepaard gaan, zullen eventueel in de bodem aanwezige archeologische resten verstoord kunnen worden. Het vooronderzoek dat binnen het plangebied heeft plaatsgevonden had aannemelijk gemaakt dat er in de te verstoren delen van het plangebied archeologische sporen en vondsten in de ondergrond aanwezig kunnen zijn. Deze zouden onder andere kunnen bestaan uit de resten van een oude boerderij welke op de 19de eeuwse kadasterkaart te zien is. Tevens kunnen er resten van een nog oudere fase van deze boerderij verwacht worden. Het proefsleuvenonderzoek diende deze verwachting te toetsen en waar nodig aan te vullen. Daarnaast dient er een advies aan de bevoegde overheid te worden uitgebracht ten aanzien van de verder te nemen stappen inzake de archeologie binnen het plangebied. Tijdens het veldwerk zijn twee proefsleuven aangelegd. Hierbij zijn in de meest zuidelijke sleuf enkele muurresten aangetroffen waarvan het vrij zeker is dat ze toebehoren aan de boerderij die op de negentiende-eeuwse kaart te zien is. Onder deze muurresten zijn ook nog enkele goed geconserveerde paalsporen aangetroffen. Op basis van de datering van het aardewerk dat hieruit is verzameld, dienen de paalsporen te worden gedateerd in de 17de eeuw. Vermoedelijk gaat het hier om paalsporen van een houten voorganger van de boerderij. In de noordelijke sleuf zijn uitsluitend recente sporen aangetroffen. De muurresten en de sporen uit de 17de eeuw in de zuidelijke sleuf zijn als behoudenswaardig beoordeeld. Het advies dat aan het bevoegd gezag is overgebracht, luidt dat het hier behoudenswaardige vindplaatsen betreft. Beide komen in aanmerking voor vervolgonderzoek omdat de behoud in situ niet tot de mogelijkheden behoort. Tevens wordt geadviseerd om tijdens het vervolgonderzoek ook de zone buiten het te nu verstoren deel te laten onderzoeken om de informatie waarde van het onderzoek te maximaliseren. Het uiteindelijke areaal waarvoor het vervolgonderzoek wordt geadviseerd, beperkt zich tot het voorterrein van het plangebied en concentreert zich in eerste instantie op de zone rond het hoofdgebouw dat op de kadastrale kaart uit 1832 is aangegeven. Het advies tot vervolgonderzoek is overgenomen door het bevoegd gezag, echter met dien verstande dat alleen dat deel van het plangebied moet worden onderzocht dat ook daadwerkelijk verstoord wordt met de nieuwbouw van het woonhuis. Uiteindelijk zal een oppervlakte van ca. 240 m2 worden onderzocht middels een begeleiding conform protocol opgraven.