In opdracht van de gemeente Veldhoven is van maandag 26 april tot en met woensdag 12 juli en van maandag 18 oktober tot en met woensdag 8 december 2010 en inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd in het plan del Huysackers/Bosackers, dat onderdeel uitmaakt van het plan gebied Veldhoven - Zilverackers. Dit onderzoek is verricht door ACVU-HBS. Vanwege geplande grootschalige herinrichting en op grond van en hoge verwachting op archeologische vindplaatsen, is en proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het plandeel Huysackers/Bosackers dat onderdeel uitmaakt van het plangebied Veldhoven - Zilverackers. In dit plandeel, dat door ons wordt aangeduid met het toponiem Zilverackers, zijn uiteindelijk 241 proefsleuven aangelegd van een wisselende omvang, in en variërend grid. In total is en oppervlak van 620 m2 aangelegd, het geen heeft geresulteerd in en dekkingspercentage van bijna 10%. Gedurende het onderzoek is vast komen te staan dat en aanzienlijk deel van het plangebied wordt beschermd door het voorkomen van een dik plaggendek. Hierdoor is de gaafheid van vindplaatsen en grondsporen binnen het onderzochte gebied doorgaans uitstekend. Grootschalige verstoring van de bodem komt slechts binnen en beperkt del van het plangebied voor en lijkt samen te hangen met de herinrichting van het gebied an het einde van de 19de en het midden van de 20ste eeuw. Grondsporen die tijdens het onderzoek zijn aangetroffen worden gerekend tot 26 vindplaatsen. In één geval betreft het bewoning uit de periode Late Bronstijd - Vroege IJzertijd (vindplaats 5). Bij dertien vindplaatsen is sprake van bewoningssporen uit de IJzertijd (vindplaats 1-4, 7, 9, 10, 12, 13, 17 en 19 - 21 ). In drie gevallen betreft het bewoning uit de periode IJzertijd - Romeinse tijd (vindplaats 14, 15, 18) en in én geval uit de Romeinse tijd (vindplaats 6). Daarnaast is sprake van bewoning uit de prehistorie of Vroege Middeleeuwen (vindplaats 24) en de Romeinse tijd of Vroege Middeleeuwen (vindplaats 22). Zowel vindplaats 8, als vindplaats 2 betreft bewoning uit de Volle Middeleeuwen (en IJzertijd in het geval van eerstgenoemde). Vindplaats 16 betreft een grafveld uit de Vroege IJzertijd met bewoning uit de IJzertijd. Vindplaats 1 is een landschappelijk fenomeen dat relateert aan landgebruik in de Nieuwe Tijd en vindplaats 23 betreft alle sporen van landinrichting en gebruik uit de periode Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd.
Op basis van zowel de fysieke, als de inhoudelijke kwaliteit zijn alle vind plaatsen in principe behoudenswaardig. Hierbij is en grote rol weggelegd voor de hoge ensemblewaarde als gevolg van het aantal vindplaatsen en de omvang van het gebied.
