In het kader van de aanleg van het Trekfietstracé ten behoeve van de aansluiting van de Vlietzone aan de Westvlietweg wordt een fietspad aangelegd. Bij deze werkzaamheden kunnen bodemverstoringen optreden waarbij mogelijk archeologische waarden worden bedreigd. In opdracht van de projectorganisatie Rotterdamsebaan heeft de afdeling Archeologie een bureauonderzoek uitgevoerd om de archeologische consequenties van het project in kaart te brengen. De conclusie van het bureauonderzoek is dat het plangebied een archeologische verwachting heeft voor de perioden laat neolithicum, ijzertijd, Romeinse tijd en van de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. Het vermoeden bestaat dat er in de jaren negentig al is opgegraven door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (destijds Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek). De gegevens hiervan zijn alleen niet teruggevonden.Vanwege de archeologische verwachting maar ook mogelijke verstoring wordt geadviseerd een verkennend booronderzoek in het tracé van het aan te leggen Trekfietstracé uit te voeren om mogelijke verstoring uit te sluiten. Wanneer bij het booronderzoek onverstoorde grond wordt aangetroffen, wordt geadviseerd het booronderzoek te laten volgen door een definitief onderzoek (opgraving).