Gespecificeerde archeologische verwachtingUit de verzamelde aardwetenschappelijke gegevens blijkt dat het Landgoed Deelerwoud een ligging heeft binnen het reliëfrijke landschap van de stuwwal van de Oostelijke Veluwe. Hierbij ligt de meest noordwestelijk gelegen deellocatie A binnen een sandr-vlakte met daluitspoelingswaaiers en deel-locatie B in een overgangszone naar een stuwwallengebied met stuwwalglooiingen en -plateaus. De centraal-westelijk tot centraal gelegen deelgebieden C t/m G liggen geheel binnen het stuwwallen-gebied, wat het meest reliëfrijk is, getuige het voorkomen van (steile) stuwwalhellingen. Het oostelijk gelegen deelgebied H maakt deel uit van een minder reliëfrijk maar wel omvangrijk droog dal, met dalvlaktes en dalglooiingen. In de laagste delen van de sandr-vlakte en droog dalen konden zich in het Holoceen nog beekdalen ontwikkelen die aan de voet van de stuwwalheuvels konden ontspringen in vorm van sprengen. De deellocaties zullen in principe gunstige, tijdelijke verblijfslocaties voor Jagers-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum en Mesolithicum) zijn geweest, hoewel waarschijnlijk de meeste voorkeur zal zijn uitgegaan van de terreindelen direct naast watervoerende beken en daarmee wellicht het meest voor de deellocaties A en B. Ook voor Landbouwers zullen de deellocaties voldoende geschikte locaties zijn geweest voor bewoning, alhoewel er rekening mee moet worden gehouden dat er in de omgeving mogelijk geen natuurlijke bron van water meer aanwezig was. De deellocaties F en G liggen in een gebied waar actieve verstuivingen hebben plaatsgevonden en volgens de geomorfologische kaart van de gemeente Apeldoorn is het noordelijke deel van deellocatie F en de gehele deellocatie G overdekt geraakt met stuifzand. Deze verstuivingen ontstonden al vanaf het begin van de Late-Middeleeuwen door menselijk toedoen. De meeste zandverstuivingen zijn echter pas na de Late-Middeleeuwen ontstaan. Door herbebossing zijn deze stuifzanden vastgelegd. Deze (delen van de) deellocaties zullen daarna in ieder geval niet meer geschikt zijn geweest voor agrarische doeleinden. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal laat verder zien dat vóór het ontstaan van het Landgoed Deelerwoud de deellocaties deel uitmaakt van een dorre zandvlakte met enkele heidevelden. Door aanplant van bomen is het landgoed hoofdzakelijk in gebruik genomen door de bosbouw, met nog enkele delen landbouwgrond (zuidelijke deel van deellocatie B) en heide. Vanaf het begin van de tweede helft van de 19e eeuw vonden de eerste bouwwerkzaamheden plaats binnen het plangebied. De bestaande bebouwing binnen de betreffende deellocaties dateert veelal uit de eerste helft van de 20e eeuw. Ter plaatse van het bestaande landhuis Landhuis Deelerwoud, binnen deellocatie D, heeft kasteel Deelerwoud gestaan (het landhuis is opgetrokken uit de ruïnes van het kasteel, welke door een geallieerd bombardement op 12 april 1945 werd verwoest).In de omgeving van de deellocaties zijn tot op heden nauwelijks archeologische resten aangetroffen. Anderzijds zijn tot op heden nog geen archeologische onderzoeken uitgevoerd binnen het landgoed. De enkele onderzoeken die zijn uitgevoerd binnen terreindelen binnen dan wel nabij de bebouwde kom van Hoenderloo, welke zich direct ten noordwesten van het Landgoed Deelerwoud bevindt, hebben tot op heden geen archeologische vindplaatsen opgeleverd.Op basis van bovenstaande uitgangspunten en conform de archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Apeldoorn, hebben de deellocaties een middelhoge tot hoge verwachting op het voorkomen van archeologische resten vanaf het Laat-Paleolithicum t/m de Vroege-/Late-Middeleeuwen (afhankelijk wanneer de periode van actieve zandverstuiving aanbrak). Voor de periode na de grootschalige zandverstuivingen, gedurende de Nieuwe tijd en mogelijk ook een groot deel van de Late-Middeleeuwen, is de verwachting laag. Er is geen aanleiding om te verwachten dat de deellocaties in deze perioden deel hebben uitgemaakt van historische (boeren)erven. Voor deellocatie C geldt wel dat er nog restanten van het kasteel Deelerwoud (kasteelachtig huis) uit 1905 aanwezig zijn. Tevens heeft er rondom het kasteel een in 1918-1919 ontworpen en aangelegde tuin, waarvan een vijver als enige restant nog zichtbaar is. Ondergrondse structuren/sporen van deze tuin kunnen verder nog wel worden verwacht.Conclusie en adviesHet bureauonderzoek toont aan dat er zich binnen alle deellocaties mogelijk archeologische waarden kunnen bevinden. Er geldt in zijn algemeenheid een middelhoge tot hoge verwachting op het voorkomen van archeologische resten vanaf het Laat-Paleolithicum t/m de Vroege-/Late-Middeleeuwen (afhankelijk wanneer de periode van actieve zandverstuiving aanbrak). Voor de periode na de grootschalige zandverstuivingen, gedurende de Nieuwe tijd en mogelijk ook een groot deel van de Late-Middeleeuwen, is de verwachting laag. Voor deellocatie C geldt wel dat er nog restanten van het kasteel Deelerwoud (kasteelachtig huis) uit 1905 aanwezig zijn, met hier rondom mogelijk nog ondergrondse structuren/sporen van de 1918-1919 aangelegde tuin. Op grond van de in dit bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting is vervolgonderzoek noodzakelijk om deze te toetsen. Ten aanzien van de geplande inrichting/ontwikkeling, waarvoor een wijziging van het bestemmingsplan moet worden doorgevoerd, zullen alleen ter plaatse van de deellocaties A (De Brand (Delerweg 9)) en B (Delerhoek) bodemverstorende ingrepen worden uitgevoerd. Geadviseerd wordt voor deze deellocaties een aanvullend inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen en een visuele inspectie te laten uitvoeren. Gelijkmatig verspreid binnen de deellocaties dienen boringen te worden gezet om inzicht te krijgen in de toestand van het bodemprofiel. Tevens dient gekeken te worden naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Door middel van het verkennend booronderzoek dient te worden vastgesteld of er binnen de deellocaties nog in situ archeologische resten kunnen worden verwacht.Voor de overige deellocaties wordt geadviseerd geen vervolgonderzoek te laten uitgevoerd, aangezien hier geen graafwerkzaamheden zijn voorzien. Alleen ter plaatse van deellocatie C (Landhuis Deelerwoud (Deelerwoud 9) gaan in de verdere toekomst mogelijk nog wel bodemverstorende ingrepen worden uitgevoerd, indien besloten wordt tot restauratie van de vroegere Springer-tuin. Wanneer dit plan wordt doorgezet, zal hier t.z.t. in kader van de vergunningprocedure ook vervolgonderzoek noodzakelijk zijn door middel van een verkennend booronderzoek.
Date Accepted: 09-12-2021
Date Accepted: 2021-12-09