Antea Group projectnummer: 432422In opdracht van TenneT TSO B.V. is door Antea Group in juni 2018 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de aanleg van de 110 kV kabelverbinding Nijverdal-Rijssen.TenneT heeft in het 110kV netdeel Harculo verschillende knelpunten gesignaleerd die een risico vormen voor de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening in de toekomst. Door de aanleg van nieuwe 110 kV verbindingen en de verzwaring van bestaande 110 kV verbindingen wordt het hoogspanningsnet in de regio aanzienlijk versterkt. Onderdeel van deze verzwaring is de aanleg van de 110 kV kabelverbinding tussen 110 kV station Nijverdal en 110 kV station Rijssen (NVD-RS110), dubbel circuit, over een afstand van circa 10.430 m.1 Hiervan zal ongeveer de helft door middel van open ontgraving worden aangelegd en de andere helft door middel van gestuurde boringen (HDD). Het gehele kabeltracé zal door drie gemeentes lopen, namelijk Hellendoorn, Wierden en Rijssen-Holten. Dit rapport heeft alleen betrekking tot de gemeente Rijssen- Holten.Het tracé dat door de gemeente Rijssen-Holten loopt is circa 2,9 km lang waarvan circa 2,2 km door open ontgravingen zal worden aangelegd. Naar verwachting wordt de sleuf bovenin 8 m breed. Er zal tot een diepte van 2,1 m –mv grond worden ontgraven; onderin zal de sleuf circa 4 m breed zijn. Het overige gedeelte van het tracé, circa 685 m, zal worden aangelegd door middel van gestuurde boringen (HDD). Het tracé loopt door verschillende zones met een dubbelbestemming waarde – archeologie, wat inhoudt dat voor (delen van) het plangebied archeologisch (voor)onderzoek verplicht is gesteld. Daar waar de kabel wordt aangelegd door middel van gestuurde boringen is geen archeologisch onderzoek noodzakelijk, met uitzondering van het in- en uittredepunt. Binnen het plangebied geldt voor een beperkt deel de dubbelbestemming waarde – archeologie. Hier kunnen archeologische resten worden verwacht uit diverse perioden.(Selectie)adviesGeadviseerd wordt om een verkennend booronderzoek uit te voeren op die locaties die een (middel)hoge verwachtingswaarde kennen én waar sprake is van een open ontgraving. Voor het verkennende veldonderzoek worden de boringen verricht met een Edelmanboor met een diameter van 7/10 cm met een dichtheid van één boring per 50 m. Tevens wordt geadviseerd om bij het aantreffen van intacte podzolprofielen, archeologisch kansrijke lagen dan wel archeologische indicatoren direct over te stappen op een karterend booronderzoek.Binnen de gemeente Rijssen-Holten wordt de kabel over een lengte van circa 2,2 km in open ontgraving aangelegd. Slechts een gedeelte dient echter nader archeologisch onderzocht te worden (de (zones met een (middel)hoge verwachtingswaarde en een dubbelbestemming); circa 550 m. In totaal zullen er in het midden van het tracé én alleen ter plaatse van deze zones derhalve circa 11 boringen worden gezet tot maximaal 2,1 m –mv of tot 0,3 m in de ongeroerde ondergrond (C-horizont). Hiermee wordt de ondergrond van het plangebied zo dekkend mogelijk in beeld gebracht.Op 22 november 2019 heeft de heer Vissinga, Regio Archeoloog Twente, het rapport (opnieuw) beoordeeld en aangegeven in te kunnen stemmen met de bovenstaande conclusies en aanbevelingen en de gemeente Rijssen-Holten te adviseren het (selectie)advies te volgen. De betreffende opmerkingen van de heer Vissinga zijn in de huidige revisie – 05 – verwerkt.
Antea Group Archeologie 2018/99
Issued: 2020-06-03