Tijdens de begeleiding zijn goed geconserveerde ophogingslagen en grondsporen aangetroffen, waaronder muurresten, sloten/greppels, (afval)kuilen en waterputten. Het archeologische vondstmateriaal is ook goed geconserveerd: zowel het anorganische (aardewerk, metaal, glas, steen) als het organische (onverbrand bot, leer, hout, botanische macroresten) materiaal is bewaard gebleven. De vondsten en sporen dateren uit de IJzertijd- Romeinse tijd, de Vroege en Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Het oudste vondstmateriaal dateert uit de Vroege tot Midden IJzertijd, vermoedelijk uit de tweede helft van de 5e-4e eeuw voor Chr. Uit de periode tussen de 4e tot en met de 8e eeuw, zijn geen vondsten aangetroffen. Op basis van de verspreiding van de sporen en het vondstmateriaal kan een algemeen beeld van de ontwikkeling van Middelstum gegeven worden. Tijdens de IJzertijd-Romeinse tijd concentreerde de bewoning zich in het centrale deel van de wierde, de Menthedalaan, de Grachtstraat en de noordzijde van de J. Vinhuizenstraat. Buiten de wierde, in de Burgemeester F. van Ankenweg, zijn in een oud loopniveau ook enkele fragmenten aardewerk uit de IJzertijd- Romeinse tijd gevonden.