Geofysisch onderzoek op het Lanakerveld. Met meerdere methodes op zoek naar meerdere perioden.

In de nabije toekomst heeft de gemeente Maastricht het voornemen om aan de noordwestkant van Maastricht op het Lanakerveld een zonneweide te realiseren (ca. 25 ha). De gemeente Maastricht heeft opdracht gegeven om meer inzicht te krijgen in met name de verspreiding van de reeds aangetoonde archeologische waarden zonder dat deze archeologie daarbij beschadigd wordt (zogenaamd non-destructief onderzoek). Voordat de vindplaatsen worden afgedekt met zonnepanelen wil de gemeente met dit project zo goed mogelijk alle vindplaatsen in kaart te brengen. Op deze manier kan de gemeente, als bevoegd gezag, in de toekomst beter zorg dragen voor deze vindplaatsen. Het plangebied is gelegen tussen het Zouwdal en de Belgische grens op het Lanakerveld. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat het gebied een voor Nederlandse begrippen uniek archeologisch landschap herbergt waarin tientallen archeologische vindplaatsen zijn gelegen. Deze vindplaatsen dateren vanaf het vroeg neolithicum tot in de vroege middeleeuwen (5300 v. Chr. - 1000 n. Chr.). De primaire doelstelling van het onderzoek is het bepalen van de omvang van het grafveld. Het bepalen van de omvang kan eventueel behoud in situ ondersteunen. Het onderzoek is verder gericht op het zoveel te weten komen over het diachrone cultuurlandschap van het Lanakerveld. Ten behoeve van dit onderzoek worden verschillende geofysische meetmethoden toegepast. Deze methoden zijn in twee categorieën te verdelen: methodes die magnetische eigenschappen meten en methodes die elektrische geleidbaarheid meten. Binnen dit project zijn twee soorten magnetometrie toegepast: Fluxgate gradiometer magnetometry en Cesium total field magnetometry. De drie gebruikte methoden (elektromagnetische inductie, fluxgate gradiometer magnetometer en cesium total field magnetometer) laten verschillende fenomenen zien en vullen elkaar goed aan. Met EMI-data zijn nieuwe structuren gevonden die lijken aan te sluiten bij een Romeins greppelsysteem. Met de fluxgate magnetometer data is een Romeins greppelsysteem in kaart gebracht. Daarnaast is er een flink aantal nieuwe archeologische fenomenen aangetroffen die samen een duidelijker beeld geven van hoe het landschap gebruikt werd. De Cesium data geeft een gedetailleerder beeld van de LBK-vindplaatsen maar is in beperkte mate in staat gebleken om losse paalsporen in kaart te brengen. Uit de resultaten blijkt dat geen van de methodes in staat is gebleken om alle fenomenen in kaart te brengen die gevonden zijn in de proefsleuven. Er zijn ook in dit onderzoek gevallen naar voren gekomen van duidelijke anomalieën in geofysisch onderzoek die niet in de proefsleuven zijn gevonden. Dit heeft als consequentie dat als er op een bepaalde plek niets is gevonden in de geofysische data, dat geen garantie geeft dat er geen archeologie op deze plek voorkomt. Andersom geldt wel dat als er iets te zien is in de geofysische data, dat de kans zeer hoog is dat er archeologie op deze plek voorkomt. Dit komt met name naar voren in de bepaling van de omvang van de diverse vindplaatsen op basis van het proefsleuvenonderzoek. Op deze locaties zien we ook het grootste aantal anomalieën.

Op basis van de resultaten van het geofysisch onderzoek kunnen de vindplaatsgrenzen zoals deze eerst waren vastgesteld op basis van de veldkarteringen, bureauonderzoek en het proefsleuvenonderzoek worden aangepast. Het betreft hier de omvang van de vindplaatsen 18, 24, 78 en 123. De vermoedde omvang van het bandkeramisch grafveld (vindplaats 123) is ongewijzigd gebleven. Daarnaast zijn twee nieuwe vindplaatsen toegekend: vindplaats 125 betreft een lineair object vermoedelijk toe te schrijven aan een verdedigingslinie en vindplaats 126 betreft een lijnobject (mogelijke weg). Voor het eerst in de Nederlandse onderzoekgeschiedenis is een zeer groot gebied (ruim 44 hectare) met geofysische methoden onderzocht. De resultaten zijn spectaculair en mogen van de ene kant niet als verrassend worden beschouwd. Het geofysisch onderzoek heeft dan ook nogmaals de enorme archeologische rijkdom en potentie van het Lanakerveld aangetoond alsmede inzage gegeven in diverse natuurlijke fenomenen. Het enigszins beperkte proefsleuvenonderzoek en de oppervlaktekarteringen gaven daar al voldoende aanleiding toe. Van de andere kant is er beduidend beter inzicht verkregen in de omvang van de archeologische vindplaatsen maar zijn ook meerdere vooralsnog onbekende en onverwachte fenomenen gekarteerd. Toch blijft voor het gros van de fenomenen de aard en datering onbekend. Hiertoe dient gericht waarderend onderzoek uitgevoerd te worden. Niet alleen om de gekarteerde fenomenen beter te kunnen duiden maar ook met het oog op toekomstig geofysisch onderzoek. Wat dat betreft valt er nog veel inzicht te verkrijgen. Duidelijk is in ieder geval dat geofysisch onderzoek niet op zichzelf gebruikt dient te worden maar dat verificatie middels zoveel mogelijk beschikbare bronnen (AHN, cartografie, etc.) van wezenlijk belang is alsmede een gedegen samenwerking tussen geofysici en archeologen. Het is immers een inclusief interdisciplinair onderzoek.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zxm-kyc7
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-do-wpqn
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:219812
Provenance
Creator Laan, W.N.H.; van Wijk, I.M.
Publisher Archol
Contributor Ullrich, B.; De Smedt, P.; Lambers, L.; Archol
Publication Year 2021
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; .geojson; .csv; .jpg; .tif; .mid / .mif
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.664 LON, 50.876 LAT); Lanakerveld; Maastricht; Gemeente Maastricht; Limburg