In verband met nieuwbouwplannen aan de Harderwijkerweg 35-37 te Nunspeet voerde het Centraal Bodemkundig Bureau (CBB) boringen uit ten behoeve van een milieukundig onderzoek. Conform het verdrag van Malta is ook een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) nodig. De milieukundige boringen werden daarom gecombineerd met het IVO. Voor de uitvoering van het IVO heeft het CBB Archaeological Research and Consultancy (ARC bv) te Groningen opdracht gegeven. Dit conform het verdrag van Malta, dat beoogt de archeologische waarde van een plangebied voorafgaand aan werkzaamheden vast te stellen en (indien mogelijk) te beschermen of te onderzoeken. Een deel van het bureau-onderzoek is door mw. drs. S.A. Mulder uitgevoerd op 5 oktober 2005. Het tweede deel van het bureau-onderzoek is op 18 oktober gedaan door drs. ing. G.J. de Roller. Het archeologisch veldwerk is uitgevoerd op 22 september 2005 door drs. A.J.Wullink.

Uit het bureau-onderzoek is gebleken dat op de onderzoekslocatie dekzanden op fluvioperiglaciale afzettingen kunnen worden aangetroffen, waarin zich enkeerdgronden met een hoge archeologische verwachting of gooreerdgronden met een lage verwachting hebben ontwikkeld. Uit het booronderzoek is gebleken dat er een enkeerdgrond aanwezig is op de onderzoekslocatie. Deze eerdgrond is echter tot in de C-horizont verstoord. Alleen in boringen 2 en 3 is een restant van een onverstoorde B-horizont aangetroffen. Er zijn hier echter geen archeologische indicatoren aangetroffen. Derhalve zijn er vanuit archeologisch oogpunt geen belemmeringen voor eventuele grondwerkzaamheden. Mocht men echter tijdens grondwerkzaamheden onverhoopt op archeologische resten stuiten dan dient de provinciaal archeoloog van Gelderland, mw. drs. M. de Rooij hiervan terstond op de hoogte gebracht te worden.