In opdracht van gemeente Beuningen heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in oktober 2014 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met geplande herontwikkeling van een perceel aan de Dorpssingel te Beuningen. Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het veldonderzoek was het toetsen van die gespecificeerde archeologische verwachting en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen in het plangebied is vervolgens een advies met betrekking tot archeologisch vervolgonderzoek geformuleerd.
Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek gold bij de aanvang van het veldonderzoek voor het plangebied een hoge verwachting voor de IJzertijd tot en me Late Middeleeuwen en mogelijk Nieuwe tijd. Daarnaast geldt een niet nader gespecificeerde verwachting voor vindplaatsen uit de Steentijd.
Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van de plannen hoogstwaarschijnlijk archeologische resten zullen worden verstoord.
Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt aanbevolen om aanvullend archeologisch onderzoek te laten verrichten in het plangebied. Gezien de verwachte aanwezigheid van nederzettingsresten uit de periode IJzertijd t/m Late Middeleeuwen, wordt geadviseerd om dit vervolgonderzoek te laten plaatsvinden in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (IVO) karterende en waarderende fase, bestaande uit een proefsleuvenonderzoek.
Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Beuningen, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.