Plangebied NAM-locatie Nieuw Scheemda te Nieuw Scheemda

In algemene zin geldt dat op basis van de resultaten van het huidige onderzoek blijkt dat in het onderzoeksgebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen (figuur 13). Daarom wordt geadviseerd om de plannen zodanig aan te passen dat verstoring wordt voorkomen. Dat kan door in de delen met een hoge gespecificeerde verwachting (Waarde Archeologie 4) bodemingrepen niet groter te laten zijn dan 500 m2 en niet dieper te ontgraven dan de bouwvoor (ca. 40 cm -mv). Zodoende blijven sporen in de klei, top van het veen en het pleistocene zand beschermd. Geadviseerd wordt om de vrijstellingsgrens van de ‘onderkant van het kleipakket’ (Dollardklei) buiten beschouwing te laten, aangezien op voorhand niet duidelijk is in hoeverre mariene invloed/erosie in de randzone waarin het onderzoeksgebied is gelegen, voor verwijdering dan wel afwezigheid van archeologische resten heeft gezorgd. Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen in het kader van de bestaande planvorming de onderstaande vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) te nemen. Om de gespecificeerde verwachting aan te vullen en te verfijnen wordt een vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een inventariserend veldonderzoek door middel van een verkennend booronderzoek. Een dergelijk vervolgonderzoek heeft tot doel de opbouw van de ondergrond, de bodemopbouw en/of bodemverstoringen gedetailleerd in kaart te brengen. Aan de hand daarvan kan de in dit bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting worden getoetst en kunnen concrete gegevens worden verzameld over gaafheid en diepteligging van de verwachte archeologische resten. Daarbij dient ook specifiek te worden gelet op de aard, samenstelling en diepteligging (van de onderkant) van het kleidek, eventuele vegetatiehorizonten en de intactheid van het pleistocene zand. Voor de twee historische erflocaties, wordt geadviseerd om eventuele bodemingrepen dieper dan 40 cm -mv en groter dan 50 m2 onder archeologische begeleiding uit te laten voeren. Voor de historische weg (buurtweg) en sloot geldt ten slotte dat daar wordt geadviseerd eventuele bodemingrepen groter dan 100 m2 en dieper dan 40 cm -mv middels een archeologische begeleiding te ondervangen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z5k-htp7
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-1j-jy8r
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:240083
Provenance
Creator Popta, Y.T. van
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Popta, Y.T. van; dr. Y.T. van Popta (RAAP BV)
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.943 LON, 53.198 LAT); Netherlands; Groningen; Oldambt; Nieuw Scheemda; NAM-locatie Nieuw Scheemda