De archeologische begeleiding bestond uit een intensief begeleid deel en een extensief begeleid deel. De bodemopbouw in het plangebied is als volgt omschreven. Onder de moderne bouwvoor bevindt zich een oudere bouwvoor. Daaronder bevinden zich getijafzettingen. Deze afzettingen hebben een homogene structuur en zijn niet gelaagd. Binnen de getijafzettingen zijn rond 1,70 en 1,95 m –NAP twee vegetatiehorizonten waargenomen. In het oostelijke deel van het plangebied werd een priel of kreek werd waargenomen. Te oordelen aan de kleiige homogene vulling in de top is de watergang op natuurlijke wijze dichtgeslibd. De overige aangetroffen sporen bleken recente verstoringen te zijn die verband houden met voormalige perceelsloten die gedempt zijn bij ruilverkavelingen of bebouwing die rond het plangebied tot eind 20e eeuw aanwezig was. De archeologische begeleiding heeft geen vondsten opgeleverd.