Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek – verkennende/karterende fase Kerklaan 11 te Onstwedde, gemeente Stadskanaal (GR) Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek – verkennende/karterende fase Kerklaan 11 te Onstwedde, gemeente Stadskanaal (GR)

Laagland Archeologie heeft in juli 2022 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek – verkennende en karterende fase uitgevoerd aan de Kerklaan 11 te Onstwedde. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de bouw van een nieuwe schuur. Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd. Het onderzoek is uitgevoerd conform protocol SIKB KNA 4002. Het plangebied ligt op een stuwwal waarop een dik pakket dekzand is afgezet. Zuidelijk grenst het plangebied aan een beekdal. Bodemkundig is een plaggendek te verwachten. In de omgeving van het plangebied zijn resten bekend uit de periode Neolithicum tot en met de IJzertijd. Onstwedde heeft haar oorsprong waarschijnlijk in de Vroege Middeleeuwen. Het plangebied grenst aan de historische kern. In ieder geval vanaf 1400 kwamen in de omgeving van het plangebied een aantal boerenerven voor. De nabije kerktoren dateert vermoedelijk uit de 13e/14e eeuw. Vanaf circa 1787 is aan de overzijde van de Kerklaan – tegenover het plangebied – bebouwing aanwezig (arbeiderswoningen). Het plangebied is voor zover bekend tot 1900 onbebouwd gebleven. De toenmalige keuterboerderij dateert uit 1900 en bestaat nog. Er zijn geen aanwijzingen dat hiervoor bebouwing aanwezig was; het plangebied was vermoedelijk vanaf in ieder geval 1400 in gebruik als bouwland. Het plaggendek is vermoedelijk in de loop van de Nieuwe Tijd ontstaan. Tussen plaggendek en nog intacte dekzandtop kan daarom nog een oude akkerlaag worden verwacht. Voor het plangebied is rekening te houden met een brede verwachting: hier is sprake van relatief hoge zandgronden die grenzen aan een beekdal. In dergelijke gebieden worden vaak resten van jagers/verzamelaars (Laat-Paleolithicum – Vroeg-Neolithicum) aangetroffen. Resten uit deze periode zijn door de geringe diepte zeer kwetsbaar tegen latere bodemverstoring. Aangezien de top van het dekzand in ieder geval al vanaf 1400 waarschijnlijk regelmatig is geploegd, is met verstoring te rekenen. Voor deze periode wordt daarom uitgegaan van een middelhoge verwachting. De natuurlijke bodem in het plangebied bestaat vermoedelijk uit een veldpodzolgrond, wellicht ook een haarpodzolgrond. Met name haarpodzolgronden waren geschikt voor vroege methoden voor akkerbouw. In de omgeving zijn resten uit de periode Neolithicum tot en met IJzertijd bekend. Het plangebied ligt daarnaast op een AMK-terrein waar resten van een celtic field (raatakkercomplex uit de IJzertijd) bekend zijn. Ook wat verder oostelijk is waarschijnlijk een celtic field aanwezig. Voor de periode Midden-Neoliticum – Midden-IJzertijd kan worden uitgegaan van een hoge verwachting. Resten uit de Late IJzertijd – Romeinse Tijd worden hier niet verwacht. Resten uit deze periode zijn zeer schaars in dit deel van Nederland. Voor de periode Vroege Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd kan eveneens een hoge verwachting worden aangehouden. Het plangebied ligt aan de rand van de oude nederzetting. In de directe omgeving lagen boerenerven die tenminste tot in de 14e eeuw zijn terug te voeren, alsmede een kerk die teruggaat tot in de 13e/14e eeuw en wellicht nog een oudere (houten) voorganger heeft gehad. Op oude kaarten is het plangebied echter aldoor in gebruik gebleven als akker en onbebouwd tot 1900. Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Bij relevante boringen is direct een doorstart gemaakt naar karterend booronderzoek. Het karterend booronderzoek heeft tot doel archeologische vindplaatsen op te sporen. Hiertoe zijn verspreid in het toegankelijke deel van het plangebied karterende boringen gezet. Relevante lagen van de boorkernen zijn gezeefd op archeologische indicatoren. Uit het verkennend booronderzoek blijkt dat de bodem tot in de C-horizont is verstoord. Karterende boringen hebben geen archeologische indicatoren opgeleverd. De kans dat het gebied nog archeologische resten met een intacte archeologische context bevat wordt daarom laag geacht. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie. Dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Stadskanaal. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, Stichting Libau

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-2z5-5uhu
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-5n-2b1b
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:339476
Provenance
Creator Brouwer, E.W.
Publisher Laagland Archeologie
Contributor NAD Nuis; Laagland Archeologie VOF
Publication Year 2024
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format excel xml; geodata file; pdf portable document format
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (7.043 LON, 53.030 LAT); Groningen; Stadskanaal; Onstwedde; Kerklaan 11; 12H (kaartblad)