In opdracht van de provincie Utrecht heeft RAAP in augustus 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Wilnisse Bovenlanden, perceel 1636 te Wilnis in de gemeente De Ronde Venen.

Op grond van het bureauonderzoek kunnen er binnen het plangebied twee niveaus met archeologische potentie aanwezig zijn. Ten eerste is dit de top van de pleistocene afzettingen, waarop resten uit het laat-paleolithicum en met mesolithicum aanwezig kunnen zijn. De top van deze afzettingen ligt in het plangebied naar verwachting op een diepte vanaf circa 8,5 m –NAP, dus op 6 m beneden maaiveld of dieper.

Daarnaast kan er binnen het plangebied een krekenstelsel aanwezig zijn, waarvan met name de oevers bewoond kunnen zijn geweest in het neolithicum. De exacte ligging van dergelijke kreken (indien aanwezig) is echter onbekend, omdat deze afzettingen zijn bedekt met een pakket Hollandveen met een minimale dikte van 3 m. Voor het Hollandveen zelf geldt een lage archeologische verwachting.

De hierboven genoemde niveaus met archeologische potentie worde n vanwege de grote diepteligging niet bedreigd door de voorgenomen werkzaamheden binnen het plangebied. Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied geen archeologische resten bedreigd worden. Daarom wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht.

Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente De Ronde Venen, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.