Het proefsleuvenonderzoek aan de Coehoornstraat 7 in Nijmegen heeft geringe informatie opgeleverd over het archeologisch bodemarchief ter plaatse. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de zeer beperkte breedte van de sleufjes door het graven tussen het politiebureau en de groenvoorzieningen en de aanwezigheid van diverse kabels en leidingen. Het grootste deel van het onderzoeksgebied lijkt ter plaatse van een gracht van het 19e-eeuwse Fort Kijk in de Pot te liggen. Het vondstmateriaal uit dit spoor bevat zowel ouder materiaal, dat als opspit van onbekende herkomst kan worden beschouwd, als vondsten uit de tijd van het gebruik van het fort en de periode waarin het verdedigingswerk werd gesloopt en de gracht gedempt. De bovenvulling van de gracht bevat ook 20e-eeuws materiaal. In het zuidelijke deel van werkput 1 is de gracht niet aanwezig. Het bodemprofiel toont hier een eenvoudige opbouw met onder de recente bouwvoor een subrecent ophogings-/egalisatiepakket, een akker- of cultuurlaag uit de nieuwe tijd en direct daaronder de C-horizont. De meest opvallende vondst is een Romeinse draadfibula uit de tweede helft van de 1e of eerste helft van de 2e eeuw. Omdat de fibula in de ophogingslaag is aangetroffen en het om verplaatste grond gaat die mogelijk van elders is aangevoerd, is de context van deze vondst onbekend.