In het plangebied is een cultuurlaag aangetroffen die duidt op de aanwezigheid van bewoning/activiteit in de (late) middeleeuwen/nieuwe tijd in het plangebied. Vermoedelijk betreft het de in de (late) middeleeuwen/nieuwe tijd bewerkte/geploegde toplaag van de kleiafzettingen die mogelijk verband houdt met de Groenenborg en het bijbehorende erf dat zich waarschijnlijk heeft uitgestrekt tot in het plangebied. De aanwezigheid van een vegetatieniveau in een deel van het plangebied laat zien dat het gebied op dat moment droog genoeg moet zijn geweest voor plantengroei en om het gebied te bewonen. Daarnaast laat het zien dat de kleiafzettingen hier nagenoeg intact zullen zijn. In het plangebied kunnen oudere bewoningsresten (uit de ijzertijd of Romeinse tijd) die te relateren zijn aan het vegetatieniveau, aanwezig zijn. Ter plaatse van de boringen 1 en 2 is de laagopeenvolging dieper verstoord. Vermoedelijk betreffen het subrecente verstoringen die te maken kunnen hebben met het agrarisch gebruik van het plangebied tot circa 1990. Op basis van de pleistocene dieptekaart in ARCHIS werd verwacht dat het plangebied zich op een dekzandopduiking zou bevinden en dat het dekzand binnen 2 tot 4 m -NAP zou liggen. Op basis van het booronderzoek kan worden geconcludeerd dat dit niet het geval is. Het dekzand is te diep gelegen voor bewoning in het neolithicum (jonge steentijd). Wel is in het dekzand intact en heeft zich er een podzolbodem in gevormd. De aanwezigheid van resten uit het mesolithicum (midden steentijd) kunnen niet worden uitgesloten.