Plangebied Overschild te Overschild

• In algemene zin geldt dat op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in delen van het onderzoeksgebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen (figuur 12). Daarom wordt geadviseerd om de plannen zodanig aan te passen dat verstoring wordt voorkomen. Dat kan door in de delen met een hoge gespecificeerde verwachting niet dieper te ontgraven dan 40 cm -mv over een oppervlakte van minder dan 200 m2: zodoende blijven sporen die aan het oppervlak van de onverstoorde grond liggen beschermd. Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen in het kader van de bestaande planvorming de onderstaande vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) te nemen. Om de gespecificeerde verwachting aan te vullen en te verfijnen wordt een vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een inventariserend veldonderzoek door middel van een verkennend booronderzoek. Een dergelijk vervolgonderzoek heeft tot doel de opbouw van de ondergrond en eventuele verstoringen gedetailleerd in kaart te brengen. Aan de hand daarvan kan de in dit bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting worden getoetst en kunnen concrete gegevens worden verzameld over gaafheid en diepteligging van de verwachte archeologische resten. Daarbij dient ook specifiek te worden gelet op de aanwezigheid van vegetatielagen, ophogingslagen en/of (vuile) terplagen die duiden op (nabijgelegen) bewoningsresten. Voor de locaties waar historische bebouwing aanwezig is geweest, wordt geadviseerd om eventuele bodemingrepen dieper dan 40 cm -mv en groter dan 50 m2 onder archeologische begeleiding uit te laten voeren. Voor het AMK-terrein met een hoge archeologische verwachting (WA-2) dat voor een klein deel binnen het oostelijke deel van de bufferzone ligt, wordt geadviseerd te streven naar behoud. Indien dit niet mogelijk is, dient archeologisch onderzoek plaats te vinden bij bodemingrepen groter dan 5 m2 en dieper dan 40 cm -mv en bouwwerkzaamheden groter dan 15 m2 en dieper dan 40 cm. Geadviseerd wordt om daarbij te kiezen voor waarderend onderzoek in de vorm van archeologische proefsleuven. Voor de ophoging in het noordoosten van de bufferzone geldt, dat ook daar eerst middels een verkennend booronderzoek dient te worden vastgesteld wat de precieze opbouw van de ondergrond en eventuele verstoringen is. In het deel van het plangebied met een lage gespecificeerde archeologische verwachting wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zbe-mjwt
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-ca-0y08
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:240080
Provenance
Creator Popta, Y.T. van
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor RAAP BV
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.820 LON, 53.296 LAT); Netherlands; Groningen; Midden-Groningen; Overschild; NAM-locatie Overschild