Door ARK natuurontwikkeling zijn diverse natuurherinrichtingsmaatregelen uitgevoerd in het beekdal van de Venloop, dat een middelhoge archeologische verwachting voor natte landschappen heeft. De uitgevoerde graafwerkzaamheden zijn door RAAP archeologisch begeleid, deels intensief en deels extensief. Alleen in het westelijke deel van de nieuw gegraven Venloop kon de bodemopbouw worden bestudeerd. Deze bestond uit een ca. 40 cm dikke humeuze bouwvoor op dekzand op afzettingen van de formatie van Beegden. Hier was hier sprake van een gooreerdgrond , die zich kenmerkt door de aanwezigheid van een minstens 40 cm dikke ontijzerde horizont (Ce-horizont). Ter hoogte van ARCHIS-waarneming 48723 is waarschijnlijk sprake van een geëgaliseerde dekzandkop, waarbij de Ce-horizont grotendeels is verdwenen. Dit is mogelijk een reden voor het ontbreken van archeologische resten in situ ter hoogte van deze ARCHIS-waarneming. Tijdens de archeologische begeleiding zijn geen vindplaatsen in situ aangetroffen binnen het plangebied. Wel zijn op de belendende akkers twee losse (vuur)stenen artefacten gevonden, die mogelijk wijzen op de aanwezigheid van een vindplaats in de directe omgeving. Het ene artefact is vervaardigd van Wommersom-kwarsiet en zal uit het Laat Mesolithicum dateren. Het andere artefact kan niet nader gedateerd worden dan uit de Steentijd. Tijdens de begeleiding zijn ook drie (sub)recent gedempte sloten aangetroffen die ook op de kadastrale minuut van omstreeks 1830 staan aangegeven. De sloten maken onderdeel uit van een groot beemdenverkavelingspatroon. De sloten begrensde de hooilanden en moesten tevens de afwatering richting de Venloop verzorgen.