In opdracht van de gemeente Heeze-Leende heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in juni 2010 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in verband met woningbouw langs de Merellaan in Leende (meer specifiek in het gehucht Boschhoven) in de gemeente Heeze-Leende. Het onderzoek had tot doel het vaststellen van de aanwezigheid van (behoudenswaardige) vindplaatsen. Op basis van de resultaten van het veldwerk is een advies met betrekking tot archeologisch vervolgonderzoek geformuleerd. Tijdens het veldwerk zijn 6 sleuven van 4x25 m aangelegd. Onder de bouwvoor bevindt zich een esdek met daaronder stuifzand op een in de meeste gevallen goed bewaard podzolprofiel. In het zuiden bevindt zich een oude venbodem. Onder het esdek en het stuifzand bevonden zich in de putten 2, 3, 5 en 6 sporen. Het betreft 15 sporen (kuilen en greppels) in 3 verschillende sporenclusters in het westen (put 2), noordoosten (putten 3 en 5) en zuidoosten (put 6) van het onderzochte gebied. Vooralsnog is de samenhang tussen zowel de sporen binnen de clusters als tussen de clusters onduidelijk. De sporen in de putten 3 en 5 betreffen waarschijnlijk relatief recente kuilen (Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd). Het aardewerk uit spoor 2 (geverfde randscherf) in put 2 duidt op activiteiten uit de Late Middeleeuwen en het aardewerk uit put 6 (geglazuurd aardewerk en Steengoed) op aan wezigheid in de Nieuwe tijd of misschien de Late Middeleeuwen. De schaarste aan vondst mate riaal, het ontbreken van paalsporen of begravingen en de verspreide aanwezigheid van kuilen en greppels wijst vooralsnog echter niet op een nederzetting (of grafveld) ter plaatse. De aanwezigheid van stuifzand en een natte laagte duidt op een dynamisch milieu, dat wellicht onaantrekkelijk was voor bewoning vanaf de Late Middel eeuwen. De sporen en vondsten duiden eerder op ‘off-site’ activiteiten, wellicht in het kader van landbouw, die dateren vanaf de Late Middeleeuwen.